Pel de tomaten en snij in kleine blokjes. Snipper de sjalotten en de look fijn. Stoof de sjalotten en doe daarna de look erbij en stoof verder glazig in olijfolie. Doe de tomaten erbij met wat zout. Door het zout geven de tomaten onmiddellijk hun vocht af waardoor het geheel niet verbrandt. Laat verder sudderen op een laag vuurtje. Doe er, als alles gesmolten is, de peper en tabasco bij. Haal van het vuur en laat afkoelen.
Snij intussen de makreel in kleine stukjes. Werk de tartaar af met verse koriander, gesneden lente-ui, een scheutje sojasaus, enkele druppels olijfolie, het sap van een halve citroen, peper en zout. Meng goed en laat even marineren.
Snij de prei in julienne en fruit goudbruin in de pan.
Serveer de tartaar in een ring op het bord. Bedek met de prei en lepel er wat gesmolten tomaat naast.
Lekker met een snede volkorenbrood.