vlees: 250 g (van nek, borst of schouder zoals runderlap, runderriblap of sukadelappen)
bladerdeeg (bij voorkeur volkoren)
pompoen: 0,5 (kleine)
wortel: 1,5
ui: 1
selder: 0,5 (stengel)
ei
tomatenpuree: 0,5 el
bloem: 0,5 el
rode wijn: 50 ml
runderbouillon: 150 ml (zoutarm)
laurier
peper
zoutvervanger zoals Losalt, K-sel, herbamare natriumarm… (hoef je niet per se een zoutarm dieet te volgen kan je dit vervangen door keukenzout)

Snij de ui in ringen en de wortel en de selder in blokjes.
Fruit de ui glazig in een hete pan met olie. Voeg dan wortel en selder toe en bak even mee. Snij het vlees in grove blokken, bestuif het met de bloem en breng op smaak met wat peper. Bak mee in de pan met groenten tot het vlees rondom mooi bruin ziet.
Voeg de tomatenpuree toe en bak een minuutje mee alvorens de rode wijn en de bouillon toe te voegen. Voeg het laurierblad toe. Laat pruttelen en minstens anderhalf uur sudderen op een zacht vuur (niet koken). Afhankelijk van de kwaliteit van het vlees zal je meer tijd nodig hebben tot het helemaal zacht is.
Snij ondertussen de pompoen in blokjes. Voeg toe aan het vlees en laat nog een halfuurtje sudderen tot de pompoen en het vlees zacht zijn. Breng op smaak met wat peper en de zoutvervanger.
Leg 1 vel bladerdeeg in een taartvorm. Schep hierover het vleesmengsel. Zorg dat het mengsel niet te vochtig is. Leg het tweede vel bladerdeeg over het vlees en plak vast aan het onderste vel. Prik er gaatjes in. Deeg bestrijken met een geklutst ei.
Zet de vleespastei in een voorverwarmde oven op 180°C en bak nog een klein halfuur tot de bladerdeeg mooi bruin is.

Alternatieve ingrediënten

Tip: je kan het vlees op voorhand maken en de dag zelf enkel nog in de bladerdeeg gieten en de pastei afbakken.