Een voedingsallergie is een vorm van voedselovergevoeligheid. Je hebt een voedselallergie wanneer je afweersysteem specifieke antistoffen aanmaakt bij het eten van bepaalde voedingsmiddelen of -ingrediënten. Enkele bekende voedingsallergieën zijn: notenallergie, koemelkallergie en kippenei allergie.
Symptomen voedselallergie
De allergische reactie uit zich meestal direct nadat iemand het allergeen gegeten heeft. Bij een kleine hoeveelheid kan al een heftige reactie ontstaan. Meestal zijn de symptomen alleen maar vervelend, maar soms kunnen ze ook gevaarlijk zijn. Dit zijn klachten die je kan ervaren:
- huidproblemen zoals jeuk, roodheid, eczeem en netelroos of jeukende bultjes
- braken, diarree, hardnekkige verstopping, buikpijn en bloed in de stoelgang
- jeukende, tranende, rode, gezwollen ogen
- opgezwollen gezicht of keel
- astma of hooikoorts, al is dat eerder zeldzaam
In extreme gevallen kan je een anafylactische shock krijgen. Dit is een levensbedreigende reactie waar het hele lichaam bij betrokken is. De klachten komen snel op en worden snel erger:
- roodheid, jeuk en netelroos
- buikpijn en hoofdpijn
- opzwellend gezicht
- kortademigheid
- gevoel van zwakte door een daling van de bloeddruk
- flauwvallen
Diagnose
Het verband leggen tussen iets wat je eet en een allergie is niet altijd eenvoudig. Bewerkte voedingsmiddelen bevatten bovendien vaak een waslijst aan ingrediënten. Sommige zou je daar zelfs helemaal niet in verwachten. Wist je bijvoorbeeld dat er melk zit in gekookte ham en gerookte zalm?
Om een diagnose te kunnen stellen, ga je best bij je huisarts langs. Hij of zij stelt je dan enkele vragen en doet een van de volgende testen:
Een huidpriktest
Een aantal druppeltjes, elk met het extract van een allergeen, worden op je onderarm aangebracht. Daarna wordt door elk druppeltje in de huid geprikt. Na ongeveer 20 minuten zie je het resultaat. Alleen waar een stof werd aangebracht waar jij allergisch voor bent, verschijnt een jeukend bultje.
Een bloedonderzoek
Via een bloedonderzoek wordt gezocht naar specifieke antistoffen die je afweersysteem tegen allergenen maakt.
Een eliminatiedieet
Dit dieet bevestigt de diagnose. Je mag 4 tot 6 weken voedsel dat het vermoedelijke allergeen bevat niet meer eten. Als de symptomen verdwijnen, probeer je na die periode het verdachte voedingsmiddel weer te eten. Komen je symptomen terug, dan is bewezen dat je voor dat voedingsmiddel allergisch bent.
Behandelen
Een dieet waaruit je persoonlijke allergenen geschrapt zijn, is de basis. Je hebt daarbij de begeleiding nodig van een gespecialiseerde arts en een diëtist. Je moet niet alleen weten waar jouw allergenen allemaal in kunnen zitten, maar ook wat goede en veilige alternatieve voedingsmiddelen voor je zijn. Anders zou je tekorten krijgen aan noodzakelijke voedingsstoffen.
Ook geneesmiddelen worden voorgeschreven, maar het dieet blijft het belangrijkst.
- Antihistaminica helpen tegen minder ernstige klachten, op het moment dat ze er al zijn. Ze kunnen ook een ernstige reactie in de kiem smoren, als je ze inneemt zodra je de reactie voelt opkomen.
- Als je dokter oordeelt dat je het risico loopt op een anafylactische shock, moet je altijd een Epi-Pen bij je hebben. Dat is een pen waarmee jijzelf of iemand anders je snel adrenaline kan toedienen als noodbehandeling. Daarna moet je de hulpdiensten zo snel mogelijk verwittigen, ook al knap je na de injectie weer op. Je kunt je namelijk uren later opnieuw heel slecht gaan voelen.
Hoe vaak komt een voedselallergie voor?
Voedselallergieën komen vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen, omdat hun darmstelsel en hun afweersysteem nog niet helemaal ontwikkeld zijn. Zo heeft 5 tot 7 % van alle baby’s een voedselallergie. Slechts 2 tot 3 % van alle volwassenen heeft nog een voedselallergie. Kinderen kunnen allergieën dus nog ontgroeien. Een allergie voor koemelk, kippenei of soja verdwijnt vaak, terwijl die voor pinda en noten meestal niet meer over gaat.
De allergische aanleg blijft echter levenslang bestaan. Je kan later dus weer last krijgen van andere allergieën of in een andere vorm, bijvoorbeeld als astma of hooikoorts. Een allergie die je pas vanaf je tienertijd ontwikkelt, verdwijnt meestal ook niet meer.