Op 5-jarige leeftijd brokkelt het egoïsme van de kleuter af, het contact met leeftijdsgenootjes wordt immers steeds belangrijker. Het naast elkaar spelen van de peuterperiode wordt vervangen door samen spelen. Hierbij is de kleuter in staat om rekening te houden met de andere, maar ook ruzies (kleuters zeggen veelal onmiddellijk wat ze denken) en het niet tegen het verlies kunnen is heel typerend voor dit samenspel.
Deze ruzies zijn leermomenten, het kind leert immers te onderhandelen, op te komen voor zichzelf en welk gedrag sociaal aanvaardbaar is. Als ouder moet je het ruzie maken van kinderen dus niet verbieden, maar het is belangrijk om hierbij wel grenzen te stellen. Geef aan dat schelden en geweld niet aanvaard worden. Laat kinderen indien mogelijk zelf hun ruzie oplossen, veelal komen ze zelfstandig tot een compromis.
Kinderen nemen veel van elkaars gedrag over, maar ook van het (voorbeeld)gedrag van ouders. Uiteraard is het belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven, maar benoem ook waarom je op een bepaalde manier reageert, bv. “Ik word boos als jij zo tegen mij praat”. Zo leert je kind zich ook inleven in anderen.