Lachgas duikt vaker op in de media. Misschien zag je al eens lege ampullen op straat liggen, want de drug lijkt steeds meer zijn weg te vinden naar feestjes. Maar wat is lachgas eigenlijk? Is het schadelijk? En ga je er een gesprek over aan met je kind?
Wat is lachgas?
Lachgas is distikstofmonoxyde (N₂O). Je vindt het terug in patronen voor slagroomspuiten of gasflessen. Het wordt in ballonnen gespoten en van daaruit ingeademd.
Via de longen komt het gas snel in de bloedbaan terecht en van daar gaat het naar de hersenen. Je ervaart zo goed als onmiddellijk een dronken roes.
“Prikkel de nieuwsgierigheid rond lachgas niet en zet niet aan tot experimenteren”
Lachgas: moeilijk op te sporen
Lachgas heeft enkele duidelijke effecten:
- een korte, dronken en euforische roes
- lach- of giechelbuien
- veranderde waarnemingen bij hoge dosis
- tintelingen in handen en voeten.
Maar na enkele minuten verdwijnt het effect van lachgas weer. Daardoor is het moeilijk aan het uiterlijk te zien of iemand lachgas heeft gebruikt. Sinds maart 2021 mag lachgas niet meer verkocht worden aan minderjarigen.
Lachgas en de gevaren
Hoe gevaarlijk is lachgas nu eigenlijk? Tom Evenepoel, coördinator van De Druglijn, legt uit: “Lachgas is niet meteen verslavend. Maar het brengt wel gezondheidsrisico’s met zich mee. Door meerdere keren lachgas snel na elkaar in te ademen, krijgt je lichaam minder zuurstof. Dat zorgt voor duizeligheid en kans op ongevallen.”
“Zuurstoftekort is uiteraard niet gezond voor de hersenen. Er zijn gelukkig weinig mensen die het lang en veel gebruiken. Maar als dat voorkomt, kan dat een impact hebben op het centrale zenuwstelsel.”
“Zo kan je concentratiestoornissen of hoofdpijn krijgen. Ook gevoelloosheid en tintelingen in handen en voeten kunnen dagen na het gebruik nog voorkomen. Bij regelmatig gebruik nemen deze gevolgen toe. Er zijn gelukkig weinig mensen die lang en veel lachgas gebruiken.”
Mogelijke andere klachten na het gebruik van lachgas zijn:
- verwardheid
- duizeligheid
- misselijkheid
- flauwvallen.
Stimuleer het experiment met lachgas niet
Je hoort veel over lachgas, maar in welke mate is het echt populair? Tom Evenepoel roept op om ondanks de risico’s niet in paniekreacties te vervallen. “Het ziet ernaar uit dat er wel een toename in gebruik is. Maar laat ons vooral focussen op het feit dat de meeste jongeren in Vlaanderen nog nooit lachgas hebben gebruikt.”
“Door de vele aandacht voor lachgas in de media, en mogelijk ook op school of thuis, riskeer je de indruk te creëren dat iedereen het doet. Of dat het zelfs normaal zou zijn dat jongeren het gebruiken. Zo zet je de verkeerde norm. Dat kan – zeker bij erg jonge mensen – ongewild de nieuwsgierigheid prikkelen en aanzetten tot experimenteren.”
“Lachgas is niet meteen verslavend. Maar er zijn wel gezondheidsrisico’s”
Lachgas, wie gebruikt het?
In 2018 deed de ULB (Université Libre de Bruxelles) onderzoek bij scholieren. Daaruit bleek dat amper 3 % van de jongeren uit de 3de graad van het middelbaar onderwijs ooit lachgas had gebruikt.
Nog in 2018 deed het Vlaams Expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs (VAD) onderzoek naar lachgas in het uitgaansmilieu. Daar ligt het alcohol- en ander druggebruik meestal hoger dan bij de brede bevolking. Het resultaat: 3 tot 4 % van de 20 tot 25-jarigen had het afgelopen jaar lachgas ingeademd.
Opvoeden over drugs
Je kind opvoeden over alcohol en drugs is belangrijk. Maar hoe doe je dat?
Enkele tips:
- Praat erover op het geschikte moment (als de sfeer juist zit) en op de juiste plaats (waar je kind zich op z’n gemak voelt). En voer een open en eerlijk gesprek. Merk je dat het onderwerp nog helemaal niet tot de directe leefwereld van je kind hoort, laat het dan nog even rusten. Maar wacht ook niet te lang. Scharniermomenten, zoals de overstap naar het secundair of het 1ste festival of de 1ste fuif, zijn goede aanknopingspunten.
- Leer je kind zelf gezonde keuzes maken.
- Geef zelf het goede voorbeeld.
- Stel grenzen en maak duidelijke afspraken.