Vliegen of met de auto?
Voor jonge kinderen is reizen vermoeiend. Doe het daarom in de beste omstandigheden. Kies je voor de auto als vervoermiddel, dan beperk je de ongemakken voor je kind het best tot een minimum.
Stop je kind extra vroeg in bed aan de vooravond van je vertrek en vertrek 's morgens vroeg. Zo bespaar je jezelf en je kind een lange wachttijd in de file en de bijbehorende stress.
Probeer ook zoveel mogelijk bagage in de koffer of op de bagagedrager te stoppen, zodat je in de wagen vrij kan bewegen. Trek de kinderen liefst gemakkelijke kledij aan uit natuurlijke stoffen, plaats ze altijd op de achterbank en druk de veiligheidsknopjes in. Ten slotte houd je het best elke 100 kilometer halt om wat te ontspannen op een schaduwrijk plekje.
Kies je voor het vliegtuig, dan ben je bij moeilijkheden tijdens de vlucht op de hostess aangewezen. Maar maak je daarover niet te veel zorgen. Kinderen zijn meestal niet bang voor vliegtuigreizen en over het algemeen verteren ze die ook beter dan volwassenen.
Zon, zee en witte stranden. Vrienden of vijanden?
Ga je op vakantie naar een warm land, dan is de kans groot dat je daar één of meerdere dagen op het strand belandt. Een bron van vermaak voor zowel jonge als oudere kinderen, maar ook een plaats vol mogelijke gevaren. Denk alleen al maar eens aan deze 3 elementen:
- Zon: bescherm kinderen extra tegen schadelijke zonnestralen. Smeer ze in met zonnemelk met een hoge beschermingsfactor (SPF), en voorzie ook zeker een zonnehoedje met een lichte kleur, en kledij van natuurlijke stoffen. Ook op een kinderneus hoort een goede zonnebril.
Peuters lopen geen gevaar op een zonneslag zolang ze goed beschermd zijn en in beweging blijven. Was je kind de eerste dagen ook niet met zeep. Zeep neemt de natuurlijke vetstof van de huid weg, en daardoor ook de natuurlijke bescherming tegen zonnestralen. Let ook op wanneer je peuter in het water gaat: na de waterpret moet hij telkens opnieuw met zonnemelk worden ingesmeerd. - Water: water houdt altijd risico’s in. Dwing daarom zeker je kind niet in het water te gaan wanneer het daar nog niet klaar voor is. Laat het rustig wennen en dan komt de zin naar een zwem- of stoeipartijtje wel spontaan opwellen. Verlies je kindje niet uit het oog, verdrinking gebeurt heel snel en kan ook in ondiep water.
Krijgt je kind blauwe lippen of begint het te rillen, dan betekent dat het einde van het waterplezier. Wrijf je peuter goed droog en trek hem verse kleren aan.
- Zand: afhankelijk van de bestemming die je kiest, kan het zand soms flink bevuild zijn. Glasscherven, verroest ijzer, lege blikjes ... vormen allemaal een gevaar voor het kind.
Zandkastelen vinden kinderen geweldig, maar hou je peuter wel scherp in het oog wanneer hij een put graaft. Het gevaar bestaat dat hij zichzelf begraaft. Ten slotte kan je je kind op het strand best opvallende kledij aantrekken, dat vergemakkelijkt het toezicht.
Wat moet er zeker mee voor onderweg?
Om er zeker van te zijn dat je niets vergeet, is het handig een lijst op te stellen met alle dingen die je nog moet doen, of niet mag vergeten. Oudere peuters kunnen al helpen bij het pakken. Zo komen ze stilaan in vakantiestemming en leren ze verantwoordelijkheid opnemen.
Wanneer je met jonge kindjes op reis vertrekt, neem je het best enkele zoethoudertjes mee om het reisverloop voor het kind te veraangenamen. Enkele boeken, aangepaste spelletjes of het lievelingsspeeltje kunnen hiervoor uitstekend dienst doen.
Verlies ook de praktische kant niet uit het oog. Een kussen, een deken, luiers, vochtige doekjes, het eigen ‘potje’ van het kind, papieren zakdoeken en toiletpapierzijn onmisbaar. Naaigerei, een zakmes, een koelbox met ongezoete dranken, kartonnen bekers en een vuilniszak zijn uitermate handig. Vergeet ook de reisapotheek niet.