In 2020 en 2021 moesten we allemaal maandenlang in ons kot blijven. Voor velen een zware opgave – vooral mentaal. Hoe gingen ervaringsdeskundigen in opgesloten zitten hiermee om? We trokken naar de gevangenis, waar de gevangenen een lockdown in een lockdown ondergingen.
Deuren op slot
Wanneer we het gevangenisgebouw in Oudenaarde binnenstappen, geraken we meteen de tel kwijt: hoeveel deuren zijn er nu al achter ons in het slot gevallen vooraleer we de ruimte bereiken met de cellen?
De crèmekleurige tegels, witte muren en TL-lampen zorgen voor een klinische sfeer, ondanks een poging om wat kleur te brengen op de zware zuilen die het plafond ondersteunen: voor elke afdeling een ander fel kleurtje.
In deze mannengevangenis zitten gemiddeld 160 gedetineerden – sommigen beklaagd en wachtend op een definitieve strafmaat, anderen veroordeeld. De gevangenis kan officieel 132 gevangenen huisvesten, dus ook hier heerst chronische overbevolking – een kwaal die alle gevangenissen in België treft.
Hoop versus wanhoop
2 gevangenen, Rudi en Claude*, doen hun verhaal. Beiden zijn ze rond de veertig, maar hun ervaringen liggen ver uit elkaar.
Rudi zit hier als beklaagde en wacht nog op zijn proces, Claude is al veroordeeld en zit zijn straf uit. Rudi heeft thuis geen vrouw en kinderen. Claude wel.
Rudi is hoopvol, Claude wanhopig.
“Voor sommige gevangenen werd het wel eens te veel.”
Of de pandemie hun leven in de gevangenis heeft veranderd? “Er is heel veel veranderd”, getuigt Rudi. “Zo goed als alle activiteiten vielen weg.Geen lessen, fitness of bibliotheek meer. Maar ook: bezoek werd nagenoeg afgeschaft. In de gevangenis trek je je op aan wie dicht bij jou staat, dus die familiebezoeken zijn belangrijk. Echtgenotes mochten ook geen ongestoord bezoek meer brengen. Voor sommige gevangenen werd het wel eens te veel.”
Ook voor Claude kwam de lockdown in de gevangenis hard aan. “De coronamaatregelen waren buiten de gevangenis erg. Maar hierbinnen was het verschrikkelijk.” Claude vertelt hoe zwaar het hem valt om zijn vrouw en zoon nauwelijks te zien. Zijn gedachten gaan onophoudelijk naar de dag dat hij terug thuis kan zijn. “Ik ben er in december depressief van geworden. Een maand lang moest ik mezelf dwingen om op te staan, om naar de werkplaats te gaan, zelfs om te douchen. Het ging niet. Ik heb toen een afspraak aangevraagd bij de dokter. Hij stuurde me door naar de psychiater en die schreef me antidepressiva voor. Mijn relatie is mijn lichtje in het donker, daar trek ik me aan op.”
Geboorte gemist
Claude zat acht jaar geleden al eens twee jaar in voorarrest. In afwachting van zijn proces mocht hij na die twee jaar de gevangenis verlaten. Hij vertelt dat jaren in de gevangenis een ander mens van hem maakten. “Ik ben nu het liefst alleen, rustig thuis met mijn gezin. Ik kan niet meer tegen grote groepen. Als er te veel mensen in de supermarkt zijn, blijf ik in de auto zitten. Mijn vrouw begrijpt dat, gelukkig.”
“Ik besefte dat ik de geboorte van mijn zoontje zou missen.”
Zeven jaar lang bouwde Claude moeizaam maar zeker zijn leven terug op. Hij vond werk, kreeg een stabiele relatie en er was een kindje op komst. En toen – na 7 jaar vrijheid – viel het vonnis en moest hij de gevangenis terug in om zijn straf uit te zitten. “Ik kreeg een schok, want ik besefte dat ik de geboorte van mijn zoontje mogelijk zou missen.” En inderdaad: door de coronamaatregelen werd zijn verlofaanvraag afgewezen. “Ik kreeg foto’s van de bevalling te zien dankzij de psychosociale dienst van de gevangenis. Ik zag mijn zoontje de eerste keer via een videocall. Hij was toen al twee maanden oud …”
Laten invriezen
Tijdens de pandemie ergerden we ons soms aan onze eigen gezinsleden met wie we gedwongen thuis moesten blijven. In de gevangenis leef je 24 uur per dag met onbekenden op dezelfde plaats. Hoe hou je dat vol?
Rudi: “Ik probeer actief mijn geest in te tomen door frustraties vanuit een hoger perspectief te bekijken. Ik prent mezelf in dat ik me niet moet aanstellen. Er zijn mensen die het beter hebben dan ik. Maar er zijn er ook die het nog veel slechter hebben, denk ik dan. Ik probeer dankbaar te zijn voor wat ik wel nog heb. Dit is de gevangenis, hé, dat is per definitie geen leuke plek. Maar je kan er wel het beste van maken als je erin slaagt om te aanvaarden dat je er nu eenmaal zit.”
Claude ziet het anders. “Ik wou dat ik kon slapen en pas wakker worden als mijn straf voorbij is. Of dat ik me kon laten invriezen en terug ontdooien op het moment dat ik terug naar mijn gezin kan. Elke dag tel ik af en zet ik in mijn hoofd een streepje, tot aan het moment dat ik een eerste keer terug buiten mag. Ik kan niet stoppen met daar aan te denken. Ik kan die gedachtenmolen niet uitzetten.”
Lockdowntips van Rudi
Rudi leefde meer dan een jaar met een onbekende celgenoot in een ruimte van 3 meter op 4.Dit hielp hem volhouden:
- Maak goede afspraken. Zeker als je andere gewoonten of een ander ritme hebt en breng structuur aan in je dag.
- Maak elke dag schoon. Een nette leefruimte met een propere geur brengt je hoofd tot rust.
- Probeer je situatie te relativeren, er zijn altijd mensen die het slechter hebben.
De film die steeds opnieuw afspeelt
De gevangenis valt Claude erg zwaar. Het gemis van zijn jonge gezin weegt. “Als ik de gevangenis in 1 woord moet omschrijven? De hel. Je moet het geluk hebben dat je familie elke maand wat geld op je rekening zet. Want alles kost hier een pak meer dan buiten. Telefoneren alleen al kost 200 tot 300 euro per maand, want het tarief is 11 cent per minuut.”
Wie geen geld heeft, moet in de gevangenis eten en drinken wat de pot schaft. En dat is volgens Claude niet spectaculair en ongezond. Iedereen die het dus financieel een beetje aankan, bestelt eigen eten en wat potten en pannen. “Het is een kwelling om mijn gezin niet te kunnen voorzien van de nodige inkomsten. Integendeel: ik ben een kost voor hen. Dat steekt.”
Maar de zwaarste straf? Daar zegt Claude dit over: “De rest van mijn leven moeten leven met wat ik heb gedaan. Dat vergeet ik nooit meer. Ik heb daar nachtmerries over. Het is als een film die zich steeds opnieuw voor mijn ogen afspeelt. Ik praat er niet graag over. Buiten de gevangenis kan je je richten op je werk, op je gezin. Je focust op de toekomst van je kinderen. Mijn doel is zorgen dat ze nooit iets doms doen zoals ik heb gedaan.”
Plannen on hold
In de gevangenis heb je veel tijd, wat doe je daarmee?
“Wie geen job heeft in de gevangenis, zit 22 uur in zijn cel. Soms met z’n twee of zelfs drie”, begint Claude. “Ik doe er alles aan om de tijd sneller te laten passeren en ben dus tevreden dat ik naar de werkplaats kan. Ik had ook een studie in gedachten, maar door corona is die mogelijkheid stopgezet.”
En ook Rudi gaat dagelijks naar de werkplaats. Hij is blij met de job, want die bezorgt hem structuur. Rudi heeft naast zijn job nog andere plannen: “Ik wil niet dat ik hier ‘dommer word’, dus ik heb een lijst opgevraagd met knelpuntberoepen en met opleidingen die ik via afstandsonderwijs zou kunnen volgen. Ik zie studeren als een kans die ik hierbinnen krijg, maar die in de buitenwereld moelijker te realiseren zou zijn omdat ik daar veel zou moeten werken om huishuur te betalen en dergelijke. Door corona staat dat studieplan tijdelijk on hold, maar mijn tijd hier mag geen verloren tijd zijn. Sommigen noemen mij naïef – ik zit nog niet heel lang gevangen. Toch hoop ik dat ik er binnen enkele jaren nog hetzelfde over denk.”
Hotel Oudenaarde
Claude: “Iedereen kan in een situatie terechtkomen die uit de hand loopt. Mensen zeggen soms dat gevangenen op hotel zitten omdat we een tv hebben en hele dagen mogen niksen. Maar de meerderheid vergeet zelfs dat wij bestaan. Wij tellen niet mee.”
Wanneer we na de gesprekken de gevangenis weer verlaten met ons hoofd vol indrukken, ervaren we een ultiem gevoel van vrijheid … en daar kunnen zelfs de coronamaatregelen ons niet van afbrengen.
*Rudi en Claude zijn schuilnamen.
Fotografie: Raisa Vandamme