Je baby veilig vastmaken in de auto begint bij het juiste kinderzitje en het correct installeren in de wagen. Er bestaan veel verschillende merken, modellen en soorten. Zo vervoer je je kind veilig én reglementair.
Welk autozitje is geschikt voor welke leeftijd?
Welk autozitje je best gebruikt hangt af van het gewicht, de grootte en de leeftijd van je kind. Er bestaan 2 systemen om kinderzitjes in te delen, de i-size (met isofixsysteem) op basis van lengte en de R44-04 (dikwijls met autogordel) op basis van gewicht.
- i-Size baby – baby’s: tot 85 cm (van 0 tot 15 à 18 maanden)
- i-Size baby en peuter– vanaf geboorte tot 105 cm (van 0 tot 4 jaar)
- i-Size kleuter en kind – van 61 cm tot 105 cm (15 maanden tot 4 jaar)
- i-Size kind – van 1 m tot 1.35 m (van 4 tot 12 jaar)
Een autostoel voor baby’s: groep 0 en 0+
Baby’s (tot maximum 10 kilogram) mag je in een reiswieg (groep 0) vervoeren. Dat is wel minder veilig dan een babyzitje. De reiswieg moet gekeurd zijn voor gebruik in de auto en wordt bevestigd op de achterbank. Volg hierbij altijd nauwkeurig de handleiding.
Het meest voorkomende zijn de babyzitjes (Groep 0+), bijvoorbeeld type maxi-cosi. Je gebruikt ze vanaf de geboorte tot 13 kg of tot je kindje ongeveer 1 jaar is. Ze hebben ingebouwde riempjes die je op maat kan maken van je baby.
Installeer dit altijd tegen de rijrichting van de auto. Zo is je baby beter beschermd bij ongelukken of plots remmen. Plaats je dit zitje vooraan op de passagierszetel, dan moet je frontale airbag op deze plaats uitschakelen. Gaat dat niet? Dan moet je kindje op de achterbank meerijden.
Peuterzitje: groep 1
Deze kinderzitjes gebruik je voor kinderen van 9 tot 18 kg. Ze hebben vijf ingebouwde riempjes en plaats je in de rijrichting. Deze zitjes zijn geschikt tot je kind ongeveer 4 jaar is.
Verhoogstoelen en -kussens: Groep 2 en 3
De verhogingskussens van 15 kg tot 36 kg of wanneer je kind groter is dan 1 m. Deze stoeltjes maak je samen met je kind meestal vast met de gewone driepuntsgordel van de auto.
Kies liever een autostoel dan een verhoogkussen. Een stoel met hoofdsteun beschermt je kind beter bij botsing langs opzij. En is handig om het hoofd op zijn plaats te houden als je kind een dutje doet.
Combi- of meegroeistoelen
Er bestaan ook autostoelen die groepen combineren, bijvoorbeeld groep 1/2/3. Dat is een 2-in-1 stoel die met je kindje meegroeit: van peuter tot jonge tiener. De stoel heeft dan verkleinkussens die je na een tijdje kan verwijderen en een uitschuifbare rugleuning, waardoor die bijna de hele autostoelcarrière van je kindje meegaat.
De nieuwste modellen (bijv. de stoel die wij aanbieden met het geboortevoordeel) zijn uitgerust met een extra beveiligingskussen voor je kind, dat zorgt voor extra veiligheid en het risico op een nekletsel met 40% verlaagt ten opzichte van met een traditioneel 5-puntsharnas. Je klikt je kind bovendien gemakkelijker vast.
Ontdek het geboortevoordeel van Solidaris
Wanneer schakel ik over naar een 'groter' zitje?
Zo lang mogelijk wachten is de boodschap. Het is veiliger niet te vlug over te schakelen naar een groter zitje, waarin je kind dan 'te los' zit.
Wacht tot je kind het maximumgewicht van het zitje bereikt (vermeld op het veiligheidslabel) of tot het hoofdje over de rand van het zitje komt en zo niet meer voldoende steun heeft.
Onthou! Als je kindje in een autostoel zit die niet past bij het gewicht of de lengte, kan dit ernstigere kwetsuren geven bij een ongeval.
Tot wanneer is een bevestigingssysteem voor kinderen verplicht?
In België geldt: kinderen kleiner dan 1,35 m moeten verplicht in een geschikt autozitje meerijden in de auto. Vooraan of achteraan, het mag allebei, als het kind maar in een aangepast bevestigingssysteem zit.
Bovendien telt elk kind in de auto voor 1 persoon die 1 zitplaats inneemt.
Is je auto te smal om 3 kinderzitjes op de achterbank te plaatsen en kan het 3e kind niet vooraan op de passagierszetel in een aangepast zitje? Dan mag het alleen meerijden op de achterbank als het ouder is dan 3 en vastgeklikt zit met de gewone autogordel.
Let op het goedkeuringslabel!
Voor je een zitje koopt, test je dit best eerst in je wagen.
Elk zitje dat verkocht wordt in België, moet voorzien zijn van een ECE-label: je vindt dit op het etiket als een cirkel met een 'E' gevolgd door een nummer. Momenteel moeten zitjes voorzien van een ECE R44/04 of 03 label.
De vermelding ‘Universal’ op het R44-keurmerk geeft aan dat je het zitje kunt gebruiken in alle automerken en -modellen. Zitjes die beperkt zijn tot bepaalde merken of modellen zijn aangeduid als ‘Semi-universal’ of ‘Vehicle specific’. Lees aandachtig de handleiding en probeer het zitje vooraf uit in je auto.
Koop je een tweedehandszitje? Let dan zeker op het label. Zitjes met de oudere keurmerken R44-01 en R44-02 voldoen niet meer aan de huidige veiligheidsnormen. Ga ook na of het zitje niet beschadigd is.
Kinderstoel installeren
Een kinderstoel is pas veilig als deze correct is vastgemaakt in de auto. Volg hierbij nauwkeurig de handleiding. De ene maak je vast met de gordel, de andere kan je via het Isofix-systeem van je wagen bevestigen. Fabrikanten bieden vaak ook instructiefilmpjes aan op hun website.
Veilig vastklikken
- Maak je kind met de riempjes van het zitje vast zoals beschreven in de handleiding.
- Let erop dat de riempjes juist, plat en niet gedraaid liggen. De schouderriempjes moeten op schouderhoogte vertrekken.
- In de meeste zitjes kun je de schouderriemen in de hoogte verstellen. Pas de hoogte aan aan de grootte van je kind.
- Span de riempjes altijd aan. Er mag maximaal 1 cm speling zitten tussen het riempje en het lichaam van je kind (+/- vingerdikte tussen riem en schouder).
- Controleer regelmatig tijdens de rit of je kind zich niet uit de riempjes wringt.