Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Zelfvertrouwen en faalangst

"Voor een positief zelfbeeld is het erg belangrijk je kind regelmatig complimenten te geven en te feliciteren."

Zelfvertrouwen ontstaat door het beeld dat een kind van zichzelf heeft. Een kind moet weten dat hij iets waard is. Waardering van de ouders speelt een grote rol in het ontstaan van dit zelfbeeld. Een kind dat het idee heeft niets waard te zijn in de ogen van zijn ouders zal geen groot zelfvertrouwen tonen. 

Beeld van zichzelf

Niet enkel ouders hebben een invloed op het zelfvertrouwen van kinderen. Sommige kinderen worden geboren met wat meer zelfvertrouwen dan andere kinderen. 

Voor een positief zelfbeeld is het erg belangrijk je kind regelmatig complimenten te geven en te feliciteren. Negatieve puntjes stuur je bij door opbouwende feedback te geven. Belangrijk is dat je altijd duidelijk zegt welk gedrag je waardeert en waarom je dat gedrag waardeert. Bij minder goed gedrag zeg je welk gedrag je niet waardeert, waarom niet, en laat je meteen volgen welk gedrag je wel zou waarderen in deze situatie. 

Een voorbeeld: de afwas

Je kind heeft de afwas gedaan en de vloer helemaal nat gemaakt. Je zou kunnen zeggen: “Oh nee, nu is de vloer helemaal nat.”. Daardoor gaat je kind denken dat je zijn gedrag niet apprecieert, dat hij toch niet kan afwassen. Hij zal zich misschien voornemen nooit meer af te wassen. Als je daarentegen zou zeggen: ‘Dank je, je hebt de hele afwas gedaan, dat bespaart me een hoop werk. Nu moeten we alleen die vloer nog even dweilen”, dan weet je kind dat hij het goed gedaan heeft en zal hij de volgende keer letten op de vloer. 

Om het zelfvertrouwen te vergroten, zou je je kind kunnen aansporen die dingen te doen waarvan hij denkt er minder goed in te zijn. Na afloop kan je dan samen evalueren. 

  • Begin steeds met een felicitatie (“Dat heb je goed gedaan!”).
  • Overloop daarna de mindere aspecten aan de hand van opbouwende feedback (“Hier moet je nog aan werken, dat kan je in het vervolg misschien zus of zo aanpakken.”).
  • Stel zeker geen capaciteiten in vraag (“Dat is echt niks voor jou.”).
  • Oefen geen druk uit (“Volgende keer moet het wel lukken, anders …”).
  • Maak je kind duidelijk dat hij niet in alles goed kan zijn. Iedereen heeft goede en slechte eigenschappen. Doe dat vooral door telkens je appreciatie uit te drukken, en pas daarna te gaan kijken wat beter had gekund.