Ieder van ons heeft zich al eens solidair getoond met iemand anders. Maar solidariteit gaat verder dan je eigen acties. Het zit verweven in onze maatschappij, in onze sociale zekerheid én in de waarden van ons ziekenfonds. Filosoof Ignaas Devisch weet: onze samenleving kan niet zonder solidariteit.
Ignaas Devisch (51) is professor in de filosofie, medische filosofie en ethiek, en CEO Denktank Itinera. Hij schreef ook het boek ‘Het empathisch teveel’.
1. Solidariteit. Een groot woord, maar wat wil het zeggen?
“Iedereen kan ooit in een situatie komen waarin hij hulp nodig heeft. Om die hulp goed te laten verlopen, hebben we gezamenlijke systemen ontwikkeld. Systemen waardoor je een beroep kan doen op de zorg die je nodig hebt. Zonder dat je die hulp moet verdienen. Dat omschrijf ik als solidariteit.”
“We leven in een complexe maatschappij, waarin je onmogelijk iedereen persoonlijk kan kennen. Daarom is het nodig dat je solidariteit organiseert, van bovenaf. Zo vermijd je willekeur, zoals: we helpen de ene wel en de andere niet. Positief uitgedrukt: we vinden het belangrijk dat rechtvaardigheid onze samenleving stuurt.”
“Solidariteit zit in ieder van ons, maar het moet wat aangewakkerd worden”
2. Wat is het verschil tussen solidariteit en liefdadigheid?
“Liefdadigheid alleen is nooit het antwoord. Waarom? Omdat het gebaseerd is op kieskeurig medeleven: je voelt je persoonlijk aangesproken door het leed van iemand anders. Je vindt dat die persoon steun verdient en geeft die. Dat is precies de reden waarom we georganiseerde solidariteit nodig hebben. Opdat alle mensen zorg zónder voorwaarden zouden krijgen. Dat is het verschil met liefdadigheid.”
“Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen empathie of medeleven en solidariteit. Bij liefdadigheid speelt empathie een grote rol. En empathie werkt sterk voor mensen in je nabije omgeving, doelen of personen waarin je jezelf herkent. Met andere woorden: je bent veel kieskeuriger. Soms voel je je aangesproken, soms niet. En er is altijd een eindpunt: er is een grens aan wat je kan geven, en je kan niet voor iedereen empathie hebben.”
“Solidariteit gaat veel verder en dat is het voordeel. Georganiseerde solidariteit knipt de persoonlijke band door tussen degene die geeft en degene die krijgt. Dat is een bevrijding. Want degene die krijgt, hoeft niet te knielen uit dankbaarheid. Welke nood je ook hebt, het speelt geen rol voor de zorg die je krijgt.”
“Ik ben ervan overtuigd dat liefdadigheid een mooie aanvulling is op solidariteit. Zoals in een situatie van dringende nood in Oekraïne: mensen staan klaar om vluchtelingen op te vangen.”
3. Is solidariteit dan hetzelfde als rechtvaardigheid?
“Ik zou zeggen dat we solidair zijn, omdat we rechtvaardigheid belangrijk vinden. Het kernidee is dat we niet willen dat de dingen willekeurig verdeeld worden. Zelf wil je rechtvaardig behandeld worden, dus is het logisch dat dit ook geldt voor de anderen.”
“Zou algemene solidariteit bestaan als ze niet georganiseerd werd? Moeilijke vraag ... Is de mens egoïstisch of onzelfzuchtig? Stel dat we solidariteit volledig afschaffen en van 0 herbeginnen. Dan denk ik dat we – na een heel aantal lastige jaren – weer bij een vergelijkbaar systeem zouden uitkomen.”
“Veel hangt af van de context. Als ik 3 dagen niets gegeten heb, zal het moeilijker zijn om het brood voor mijn neus te delen. Tenzij we hadden afgesproken dat we het sowieso zouden verdelen. En we dus vooraf een systeem hebben uitgedokterd.”
“Solidariteit zit in ieder van ons, maar het moet wat aangewakkerd worden. Daarom hebben we systemen zoals onze sociale zekerheid nodig, als een correctiefactor. Volledige gelijkheid is niet haalbaar, maar we kunnen ervoor zorgen dat de ongelijkheid niet te groot wordt.”
4. Moeten we solidariteit meer aanleren, bijvoorbeeld bij kinderen?
“We moeten er zeker voldoende bij blijven stilstaan. Tegelijkertijd denk ik niet dat solidariteit vandaag echt in gevaar is. De meeste mensen zijn, zeker na wat nadenken, best bereid om solidair te zijn. Solidariteit is niet verdwenen en zal dat morgen ook niet zijn.
Maar je mag het niet zien als een eeuwige verworvenheid.”
“Het is zoals democratie: het is nooit af, je moet het gaande houden. We moeten beseffen wat voor een ongelooflijke luxe het is dat we deze algemene solidariteit hebben. Want je hebt het niet altijd zelf in de hand. En net die solidariteit treedt in werking als het tegenvalt in je leven, zonder dat je er zelf schuld aan hebt.”
“Een ziekenfonds speelt een corrigerende rol: het breidt het vangnet van mensen uit met instellingen en structuren waarop ze kunnen terugvallen in geval van nood”
5. Onze sociale zekerheid is dan ook gebaseerd op solidariteit.
“Zeker. Met onze sociale zekerheid spreken we af dat we allemaal de zekerheid hebben dat we voor de grote risico’s en ongelukken in het leven op elkaar een beroep kunnen doen. We maken een vangnet, zodat gezondheid meer wordt dan een individuele keuze of bescherming.”
6. Hoe solidair is een ziekenfonds?
“De fundamentele taak van een ziekenfonds is om mensen te ondersteunen wanneer ze een probleem hebben met hun gezondheid. Net zoals solidariteit in onze samenleving, speelt een ziekenfonds een corrigerende rol. Het breidt het vangnet van mensen uit met instellingen en structuren waarop ze kunnen terugvallen in geval van nood. Zeker wanneer ze geen of een te klein persoonlijk vangnet hebben.”
“Het ziekenfonds is een sociale bemiddelaar. Het brengt de sterkeren en zwakkeren voor een stuk bij elkaar. Neem dat weg, en de gezondheidskloof die nu al groot is, zal gigantisch worden. Dan kom je terecht in een systeem waarin je veel geld moet hebben om zwaar leed op te vangen. Zeer onrechtvaardig.”
7. Moet een ziekenfonds nog een stapje verder gaan?
“Ik durf te zeggen van wel. Een ziekenfonds mag gerust nog meer op de voorgrond treden. Tonen en zeggen wat het doet. Uitleggen hoe cruciaal de rol van een ziekenfonds is in een samenleving anno 2022.”
“Ook al is een ziekenfonds een relatief ‘oude’ instelling, er zitten warme waarden achter die ook vandaag nog relevant zijn. De algemene solidariteit die het ziekenfonds vertegenwoordigt, lijkt misschien abstract, maar de realiteit is heel concreet: willen
we elkaar helpen en delen we die verantwoordelijkheid?”