Elly zet zich in als vrijwilliger voor S-Sport en S-Plus vzw. Daarnaast is ze mantelzorger van haar man. Voor Elly is vrijwilligerswerk een manier om haar batterijen op te laden.
Samen met haar gezin verhuisde Elly 20 jaar geleden van Nederland naar België. 10 jaar geleden ging het bedrijf waar ze jaren werkte failliet. De economische crisis en haar leeftijd maakten het onmogelijk om een nieuwe job te vinden. “Ik miste sociale contacten en had nood aan een bezigheid. Zo kwam ik op het idee om vrijwilligerswerk te doen”, vertelt Elly.
“Ik startte als vrijwilliger in een bibliotheek. Wat later leerde ik via een vriendin uit de badmintonclub S-Plus kennen. Ze was zelf ook actief als vrijwilliger bij S-Plus en wat ze erover vertelde, trok me aan.”
“Na een kennismaking met beide organisaties ben ik begonnen als bestuursvrijwilliger bij S-Plus en snel daarna ook bij S-Sport. Eerst werd ik secretaris voor S-Plus en S-Sport en later werd ik ook penningmeester. Met een vaste werkgroep komen we geregeld samen. We organiseren allerlei activiteiten. Zo komen de leden van S-Plus en S-Sport 5 keer per jaar samen. Wij zorgen dan voor de koffie en gebakjes. Daarnaast verzorgen we ook de lijsten, brieven, affiches ... voor de activiteiten die worden gepland. We hebben echt een hele fijne werkgroep. Iedereen houdt rekening met elkaar en we verdelen de taken.”
“Ik heb ook heel veel contacten met de leden hier in de buurt. Sommigen onder hen zijn al 70 jaar of ouder en niet meer zo zelfredzaam. Hierdoor lopen ze het risico te vereenzamen. Bovendien durven ze vaak geen hulp te vragen aan anderen. Daarom doe ik elke week mijn ronde.”
“Ondertussen zijn het vrienden. Dan vraag ik hoe het met hen gaat en of ze iets nodig hebben. Zo breng ik weleens iemand naar de dokter of ga ik iets ophalen. Ik besteed toch wel 20 uur per week aan vrijwilligerswerk.”
“Vrijwilligerswerk doen is voor mij ook een manier om mijn eigen batterijen op te laden. Ik ben mantelzorger van mijn man. Sinds zijn openhartoperatie heeft hij weinig energie. Zijn kortetermijngeheugen is ook slecht en hij kan niet meer goed lopen. Bovendien weigert hij een elektrische rolstoel te gebruiken. Vrijwilligerswerk doen geeft mij de kans om onder de mensen te komen en een babbeltje te slaan. Het is mijn manier om te ontspannen, ook al is het soms veel in combinatie met de zorg.”
“Mijn dochters zeggen weleens ‘mama, je loopt weg van de situatie thuis’. Maar voor mij voelt dat niet zo. Ik krijg zoveel dankbaarheid en vriendschap terug voor wat ik geef. Soms bakken de leden zelfs lekkere wafels voor mij. Anderen helpen is wat ik graag doe. Noem het de aard van het beestje. Vrijwilligerswerk helpt me ten slotte ook relativeren. Je ziet dat veel mensen problemen hebben, en dan denk ik bij mezelf: ik hoef me niet zo druk te maken.”
“Ik vind het jammer dat velen toch wat huiverig tegenover vrijwilligerswerk staan. We hebben nochtans jong bloed nodig! Mensen zijn gauw bang dat het een verplichting wordt. Volgens mij is dat omdat de organisatie en wat ze doet niet voldoende bekend is bij de bevolking. Volgens mij moeten organisaties duidelijker proberen te maken hoe vrijwilligers een rol kunnen spelen.”