Je kent ongetwijfeld iemand in je omgeving die geur- en smaakverlies had na een coronabesmetting. Het is een bekend en veelvoorkomend symptoom van dit virus. Bij de meeste COVID-patiënten gaat dit vanzelf over, maar ongeveer 1 op de 10 ruikt ook na een maand nog minder goed. Wij zochten uit waarom dit zo vaak voorkomt bij het coronavirus én hoe het is om te leven met een smaakstoornis.
Oorzaak van geur- en smaakverlies
Dokter Anne-Sophie Vinck is neus-, keel- en oorarts in AZ Sint-Jan in Brugge. Ze is ook verbonden aan het Geur- en Smaakcentrum, dat zich specialiseert in de diagnose en behandeling van geur- en smaakstoornissen.
“Ook vóór COVID kwamen geur- en smaakstoornissen voor, zeker bij bovenste luchtweginfecties, maar ook na een val of verkeersongeval en bij patiënten met Parkinson of Alzheimer. Het aantal patiënten in ons centrum is door corona natuurlijk sterk gestegen,” vertelt dokter Vinck.
COVID-19 is een virus dat zich in de neus nestelt en daar zwelling veroorzaakt. “Hierdoor geraken de geurpartikels die we inademen niet meer tot aan het reukslijmvlies dat zich bovenaan in de neus bevindt en ontstaat er geurverlies. Na enkele weken ontzwelt de neus en komt bij de meeste COVID-patiënten de geur terug. Toch heeft ongeveer 1 op de 10 COVID-patiënten nog geurverlies na een maand. Dit komt omdat die ontsteking ook directe schade kan toebrengen aan het reukslijmvlies. Gelukkig kan het reukslijmvlies zich herstellen. Maar dit kan een tijd duren.”
Het herstelproces van de neus kan een hele tijd duren en brengt vaak nog vervelende symptomen mee tijdens de herstelfase . “Zo klagen patiënten dat dingen anders ruiken dan vroeger (parosmie) of dat ze een vieze geur ruiken (kakosmie) . Dat is een teken dat het geurepitheel zich langzaamaan begint te herstellen,” legt dokter Vinck uit.