Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Kunnen goede bacteriën de luchtkwaliteit binnen verbeteren? Professor Lode Godderis legt uit

"Het onderzoek naar het effect van bepaalde bacteriën op de luchtkwaliteit is veelbelovend."

Sommige werkplekken kampen met een onzichtbare vijand: een gebrekkige luchtkwaliteit. Eén van de nieuwste snufjes om daaraan te verhelpen, zijn ‘goede bacteriën’. We kloppen aan bij Lode Godderis, professor Arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven en hoofd van het research-departement bij IDEWE (preventie en welzijn op het werk).

Sinds de coronacrisis hebben we meer aandacht voor luchtkwaliteit in binnenruimtes. Maar ook wanneer er minder microscopische virusdeeltjes door de lucht in onze kantoren zweven, zijn er heel wat argumenten om te streven naar betere binnenlucht.

Eerst en vooral: kan ik op kantoor besmet raken met corona, ook al hou ik voldoende afstand van mijn collega’s?

“Het virus kan worden doorgegeven via kleine aerosoldruppeltjes. Die kunnen langere tijd in het kantoor rondzweven. Het risico beperk je door de ventilatie, waarbij de binnenlucht wordt hergebruikt, zoveel mogelijk uit te schakelen. Maak daarom maximaal gebruik van natuurlijke verluchting en tracht het aantal collega’s in dezelfde kantoorruimte te beperken.”

Welk effect heeft een gebrekkige luchtkwaliteit op de gezondheid van een werknemer? 

In eerste instantie heeft het een negatieve impact op het concentratievermogen. In tweede instantie is ook sprake van zogenaamde ‘vage klachten’. Dan denken we bijvoorbeeld aan hoofdpijn, droge ogen, vermoeidheid, geïrriteerde slijmvliezen. Die klachten hebben natuurlijk ook een invloed op je concentratie. Op lange termijn kunnen oppervlakkige klachten eventueel leiden tot ziekte of absenteïsme. Of de werknemer gaat op zoek naar een andere job. De werkgever heeft er dus alle belang bij om te zorgen voor een goede en gezonde werkomgeving.”

Zelf mocht ik al de lucht opsnuiven in verschillende kantoren. De luchtkwaliteit in 1 hypermodern passiefgebouw was met voorsprong de slechtste. Hoe kan dat?

“Om zoveel mogelijk energie te besparen, worden gebouwen vandaag helemaal afgedicht. Buitenlucht kan niet langer rechtstreeks binnen, via ramen of kieren. Daarom wordt gewerkt met automatische ventilatiesystemen en sensoren, die heel precies moeten afgesteld worden. Men vergeet soms dat zo’n ventilatie een regelmatige check-up en een bijhorend onderhoud vraagt. Het aantal keer dat de lucht in een ruimte wordt ververst, is van cruciaal belang. Als dat cijfer te laag is, kan er inderdaad concentratieverlies of hoofdpijn optreden … Wat ook bijdraagt tot de ontevredenheid over passieve gebouwen: de werknemer verliest een stukje autonomie over de eigen werksituatie. Hij of zij kan niet langer zelf de temperatuur of luchtvochtigheid bepalen, door bijvoorbeeld een raam te openen. Dat gevoel kan tot frustratie leiden.”

"Luchtkwaliteit op het werk heeft een impact op de gezondheid, concentratie en dus ook tevredenheid van de werknemer."

Gelukkig bestaan er vandaag ‘goede bacteriën’ die de luchtkwaliteit op een natuurlijke manier verbeteren. Hoe werkt dat?

“In waterzuiveringsinstallaties worden natuurlijke bacteriën al heel lang op grote schaal gebruikt. Met succes. Voor het optimaliseren van de luchtkwaliteit gebruikt een groeiend aantal kantoorgebouwen vandaag gekweekte bacteriën, die men gaat verstuiven via het ventilatiesysteem. De technologie is dus al beschikbaar, ze is betaalbaar, en er is een stijgende vraag naar. En wie het gebruikt, is over het algemeen tevreden.”

Terecht?

“Er zijn alvast goede indicaties dat bacteriën werken bij het wegnemen van hinderlijke geurtjes. Het is een veelbelovende technologie, maar het is nog te vroeg om te concluderen dat bacteriën 100 % zeker de luchtkwaliteit verbeteren. In ons labo doen we daarom wetenschappelijk onderzoek naar het effect van dit soort bacteriën op verschillende parameters die de luchtkwaliteit gaan bepalen. Zo meten we onder meer de concentraties CO2, solventen, fijn stof en organische componenten in de lucht. Dat onderzoek levert gemengde resultaten op. Voor sommige stoffen zien we inderdaad een daling wanneer ze worden blootgesteld aan de bacteriën. Dat is het geval voor fijn stof of organische stoffen. Bij de andere schadelijke stoffen is er weinig of geen impact. Het is een moeilijke oefening. Als de labo-omgeving te steriel is, kunnen de bacteriën namelijk niet naar behoren werken. Maar er is wel degelijk potentieel én er steekt een logisch mechanisme achter.”