Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Niet langer zelfstandig thuis wonen: zo praat je erover met een ouder persoon

"Praat niet op een flauwe of kinderlijke manier met ouderen"

Wat als je oma of opa, moeder of vader of een ander familielid niet meer zelfstandig thuis kan wonen? Ook niet met hulp aan huis, zoals thuisverpleging, gezinszorg, mantelzorg ...? Dan dringt een verhuis naar een woonzorgcentrum of assistentiewoning zich op. Hoe ga je dat gesprek aan? Hoe praat je als omgeving over een nieuwe woonvorm met een oudere, zonder hem of haar te beledigen of kwetsen? Ouderenpsycholoog Luc Van de Ven geeft tips.

Jong of oud, mensen kijken er altijd tegenop om hun huis te moeten verlaten. Niet langer leven in je vertrouwde omgeving, waar je tal van herinneringen hebt opgebouwd. Toch kan het soms niet anders. Als je ouder wordt en niet meer veilig zelfstandig thuis kan wonen, moet je uitkijken naar een andere woonvorm.

Dat gesprek aangaan met een ouder persoon is niet altijd even makkelijk. Hoe zorg je ervoor dat je een senior niet kwetst, betuttelt of beledigt? Met welke gevoelens houd je het best rekening bij een (noodgedwongen) verhuis naar een nieuwe woning?

Ouderen zijn gehecht aan hun thuis

“Een huis is veel meer dan een hoop bakstenen. Je hebt er jaren gewoond, met een partner en/of kinderen. Er zit geschiedenis in alle hoeken en kanten van het huis. Het is logisch dat je zoiets niet graag opgeeft. En van ouderen weten we dat ze zich nog meer hechten aan hun omgeving. Ja, zelfs aan een uitzicht”, weet Luc Van de Ven.

“Het is een illusie om te verwachten dat een ouder persoon zal zeggen: ‘joepie, nu mag ik naar een woonzorgcentrum. Daar heb ik jaren naar uitgekeken’. Als ouderenpsycholoog zeg ik: 'thuis wonen is optimaal, zolang het optimaal is’. Klinkt simpel? Wel, dat is het niet.”

“Waarom het vaak zo’n moeilijk onderwerp is? Je moet als oudere en de directe omgeving eenzelfde visie hebben op de situatie. En daarin schuilt vaak het probleem. Een oudere die zelf inschat dat hij of zij z’n mantelzorgers niet langer zo fel kan belasten? Tegen die persoon zeg ik ‘chapeau’.”

“Maar vaker zie je zelfs in de meest hechte gezinnen, waar iedereen positief is tegenover elkaar, dat het een onderwerp is dat tot discussie leidt. De oudere persoon zal er zelf niet over beginnen – wie verlaat nu graag zijn kot? En de (klein)kinderen krijgen de lastige en ondankbare taak om het idee te lanceren.”

Hoe start je het gesprek over een nieuwe woonvorm?

“Ik heb 1 duidelijk advies: speel open kaart en wees eerlijk. Zeg als omgeving waarom je het gesprek start. Waarom je voorstelt om niet langer thuis te blijven wonen: uit liefde en bezorgdheid. Of omdat het voor jou als mantelzorger niet langer haalbaar is.”

Zeg als omgeving waarom je voorstelt om niet langer thuis te blijven wonen: uit liefde en bezorgdheid

“Zorg ervoor dat je met alle betrokkenen samen bent. Alleen zo maak je er een open gesprek van. Laat het niet over aan 1 familielid, de oudste zoon of dochter bijvoorbeeld. Die wordt dan onvermijdelijk de boeman die de knoop doorhakt. Misschien zal het aanvankelijk wat wringen, maar in de meeste families komt het uiteindelijk goed.”

“Voor ouderen die je wil laten inzien dat een nieuw woonvorm nodig is, is jouw ingrijpen een soort machtsgreep. Terwijl zij vroeger het hoofd van de familie waren of degenen die de beslissingen namen, zien ze nu hun (klein)kinderen die rol overnemen.”

“Bij sommigen kan het helpen om naast de naasten ook een externe persoon te betrekken. De huisarts, een psycholoog of een andere zorgprofessional. Vaak zal de oudere persoon die als expert of te vertrouwen autoriteit zien. En makkelijker meegaan in de argumenten.”

Portretfoto van Luc Van de Ven

Ouderenpsycholoog Luc Van de Ven

Wat zeg je niet, wat zeg je wel? En hoe?

“De manier waarop we praten met ouderen is nog altijd een groot probleem. We hebben de neiging om oudere mensen te betuttelen. Ook hulpverleners en zorgpersoneel trappen in die val. We gaan op een flauwe, onnozele of kinderlijke manier om met senioren”, benadrukt Luc Van de Ven.

“We denken: we moeten vriendelijk zijn. En we moeten empathisch zijn. Dat klopt, maar dat zijn toch geen synoniemen voor flauw doen? Zo praat je toch ook niet met je partner, vrienden, collega’s …?”

“Praat met iemand van 85 jaar zoals je praat met een veertiger. Dan zet je al een grote stap vooruit. Toon begrip, troost iemand die het moeilijk heeft met de veranderende woonsituatie. Maar doe het op een volwassen manier. Enkel zo toon je een oudere persoon dat je hem of haar serieus neemt.”

Praat met iemand van 85 jaar zoals je praat met een veertiger

Wat bij ouderen met dementie?

“Als we denken aan dementie, dan denken we meteen aan problemen met het geheugen. Maar vaak is ook het oordelen en de zelfkritiek verstoord. Dan moet je als omgeving praten uit bezorgdheid met iemand die de situatie totaal anders beleeft en beoordeelt. En dat is geen makkelijke taak.”

“Als je praat over niet langer thuis wonen met iemand met dementie, is het een goed idee dat er nog een andere deskundige persoon deelneemt aan het gesprek. Omdat mensen met dementie soms heel hard of kwaad uit de hoek kunnen komen tegenover een naaste die de boodschap brengt.”

“Maar ook hier is het belangrijk om de oudere het gevoel te geven dat hij of zij nog altijd serieus wordt genomen.”

Wennen aan de nieuwe situatie: hoe doe je dat?

“Verwacht niet dat iemand die zijn of haar thuis achterlaat meteen over die pijn heen is. Het kan zijn dat het verdriet een tijdje blijft duren. Soms kan je ook verwijten krijgen. Maar we merken dat het (mogelijk) negatieve gevoel bij de meeste ouderen na een paar weken toch overgaat.”

We merken dat het (mogelijk) negatieve gevoel bij de meeste ouderen na een paar weken toch overgaat”

“Eens ze zich ‘content’ en veilig voelen in hun nieuwe omgeving, beginnen ze de voordelen te zien. Ze hebben vaak veel meer sociaal contact dan thuis. Of ze zijn mobieler met de nodige hulpmiddelen en leven comfortabeler.”

“Het allerbelangrijkste voor ouderen die leven in een woonzorgcentrum of een andere woonvorm blijft de manier waarop ze behandeld worden. Hoe anderen met hen omgaan en communiceren. Maar dat ze af en toe wat nostalgie hebben naar de tijd van vroeger kan geen kwaad hé. Er is niks mis met mooie herinneringen ophalen.”

Verhuizen naar een assistentiewoning is niet per se makkelijker

“Ook als je verhuist naar een assistentiewoning moet je je huis achterlaten. Bovendien wordt je leefruimte veel kleiner. Die wordt letterlijk en figuurlijk verengd.”

“Verhuis je als koppel en was je gewoon om samen te leven in een huis, dan is het een serieuze aanpassing. Je leeft plots dicht op elkaar en dat kan confronterend zijn. Zeker bij mensen die samenleven met een partner met dementie zien we dat het gebrek aan ruimte soms versmachtender werkt dan gedacht.”

Investeren in ouderenzorg is investeren in menswaardige maatschappij

“Tegenwoordig bestaan er ook andere oplossingen voor de iets jongere senioren, zoals cohousing (met jongere gezinnen). Of met een aantal ouderen een huis delen. Maar er is nog veel werk op dat vlak.”

“Toch ben ik ervan overtuigd dat het de moeite waard is om te investeren in een goede ouderenzorg. Want het is een stap naar een menswaardigere maatschappij. We weten dat al jaren, want de vergrijzing is geen nieuw gegeven. En toch schuiven we het nog altijd voor ons uit. Hoog tijd om er meer op in te zetten!