In een wijkgezondheidscentrum of medisch huis werken huisartsen samen met verpleegkundigen en kinesisten. Je hoeft er als patiënt niets te betalen, je zorg is gratis. Wat patiënten goed en minder goed vinden aan deze formule? Dat lees je hier. Maar we vroegen ook aan 2 dokters waarom zij in een wijkgezondheidscentrum werken.
Veel soorten medische huizen
Dr. Maaike Van Overloop kent de wijkgezondheidscentra of medische huizen van binnen en van buiten. Ze is oud-voorzitter van huisartsenvereniging Domus Medica, oud-bestuurder van Feprafo, een van de federaties van medische huizen, en zelf actief in de praktijken van MediNet BeZaLiSt in het Antwerpse.
Dat geen 2 medische huizen gelijk zijn, drukt ze ons op het hart. Om te beginnen zijn er 4 verschillende federaties in ons land. De Vereniging voor Wijkgezondheidscentra (VWGC) en Geneeskunde voor het Volk (GVHV) zijn de oudste en gaan terug op een uitgesproken visie. Daarnaast heb je in Brussel en Wallonië de Fédération Maisons Médicales (FMM). Tot slot groepeert Feprafo medische huizen in heel het land, waarvan er veel begonnen zijn als doorsnee zelfstandige praktijken.
In een wijkgezondheidscentrum betaal je als patiënt niet per raadpleging of behandeling, maar betaalt het ziekenfonds een vaste som per ingeschreven patiënt. Dat noemen we het forfaitaire model.
“In onze federatie zijn er veel groepspraktijken die op een bepaald moment de overstap hebben gemaakt naar het forfaitaire model”, vertelt Maaike. “Terwijl andere medische huizen vaak een jonger publiek hebben, zijn er hier meer oudere patiënten.”
“Rol beter opnemen”
De overstap naar het forfaitaire model levert praktijken een aantal voordelen op. “In een medisch huis is het gemakkelijker voor iedere zorgverlener om zijn of haar rol beter op te nemen”, vertelt Maaike. De verpleegkundige doet waar die best in is, waardoor de arts zich meer op zijn kerntaken kan richten. Diabetespatiënten kunnen we zo beter helpen zonder dat ze altijd een raadpleging bij de dokter nodig hebben. We zijn ook minder gebonden aan prestaties.” Dat spaart paperassen uit. Behalve in- en uitschrijvingen moeten medische huizen weinig administratie bijhouden: geen prestaties, geen remgelden.
De verpleegkundige doet waar die best in is, waardoor de arts zich meer op zijn kerntaken kan richten.
“Veel medische huizen zijn ook opleidingspraktijken. Dan proberen we voor elke patiënt 1 vaste arts en 1 vaste verpleegkundige aan te duiden, maar uiteindelijk kan iedereen van ons team in elk dossier als het nodig is. Die samenwerking is ook verrijkend, want met 2 weet je meer dan alleen.”
En hoe zit het met de work-life-balance van artsen in medische huizen? “Je ziet minder burn-outs”, vertelt Maaike. “De praktijk is altijd bereikbaar, maar daarom moet niet je als individuele arts niet per se continu bereikbaar zijn. Voor dringende zorg is er sowieso de spoed en de wachtdienst, waar medische huizen ook gewoon aan meedoen. Een gezonde balans maakt van onze artsen ook betere medici”, besluit ze.
“Collectieve preventie”
Dr. Tim Joye is een jonge huisarts in een van de oudste wijkgezondheidscentra van ons land. Hij werkt bij GVHV Hoboken, de eerste dokterspraktijk van Geneeskunde voor het Volk (GVHV). Tim begon er in 2014 als huisarts in opleiding.
“De visie die wij hier uitdragen, die krijgen alle geneeskundestudenten mee in de opleiding. Aan de Universiteit Gent is er echt wel aandacht voor de sociale determinanten van gezondheid”, vertelt Tim. “Maar we worden niet opgeleid tot arts die daar ook iets aan kan doen.”
De visie die wij hier uitdragen, die krijgen alle geneeskundestudenten mee in de opleiding.
GVHV wil, in Tims woorden, een ‘sociale stethoscoop’ zijn. Geneeskunde voorbij het puur medische. Ook de woon- en werksituatie in beschouwing nemen, en de brede maatschappelijke context. “Als dokter sta je vaak machteloos. Je kan de onderliggende problemen die de gezondheidsklachten veroorzaken meestal niet aanpakken in je praktijk. Dat is waarom wij een stapje verder gaan en zelf ook actievoeren.”
In de eigen wijk hebben de dokters bijvoorbeeld wijkavonden georganiseerd om de problematiek van de loodvervuiling van een nabijgelegen fabriek aan te kaarten. “In plaats van voor elk van die patiënten een aparte raadpleging in te plannen, hebben we ze allemaal samengebracht. Die collectieve preventie geeft ons voldoening, en maakt voor de patiënt ook een groot verschil. Onderzoek wijst uit dat opkomen voor je rechten een positief effect heeft op je gezondheid. En we kúnnen een verschil maken.”