Ook al komen de woorden er niet altijd even vlot uit en is een ‘simpel’ telefoongesprek soms een ware strijd, toch hoeft stotteren geen onoverwinnelijk obstakel te zijn. Het beste bewijs daarvan is ‘Kamp Waes’-deelnemer Zeger Van Noten. “Dankzij stottertherapie hoef je je leven er niet door te laten bepalen.”
Praten op televisie
Als stotteraar meedoen aan een populair programma op de nationale televisie: het vraagt een grote dosis lef. Maar dat is iets waaraan Zeger (24) geen gebrek heeft. Hij deed mee aan ‘Kamp Waes’ en werd een rolmodel voor kinderen en jongeren die stotteren. Met ‘Kamp Zeger’ organiseert de jongeman intussen zomerkampen voor hen.
“Als ik ‘Kamp Waes’ had laten schieten, had ik toegegeven aan het stotteren. Dat wilde ik niet”, zegt hij. “Als je het stotteren onder controle wil krijgen, moet je het eerst accepteren en de confrontatie aangaan. Dat heb ik gedaan. ‘Kamp Waes’ was fysiek op mijn lijf geschreven. De grootste uitdaging was het praten op televisie!”
“Ik verstop het stotteren niet meer, maar probeer het wel nog elke dag te overwinnen”
Liever zwijgen dan stotteren
Hoewel Zeger slaagde in die missie, heeft hij een lange weg afgelegd om tot op dat punt te geraken. “Ik heb lang geprobeerd om het stotteren zoveel mogelijk te verbergen. Ik vond het te pijnlijk om het te tonen, zeker aan mensen die ik voor het eerst ontmoette.”
“Er zijn allerlei manieren om stotteren te verstoppen. Synoniemen gebruiken als je op voorhand weet dat je bij een woord zal haperen bijvoorbeeld. Of nog makkelijker: gewoon zwijgen, ook al wil je heel graag deelnemen aan het gesprek.”
Goede stottertherapie
“Nogal wat stotteraars laten ook hun studiekeuze of werk bepalen door hun spraakstoornis”, gaat Zeger verder. “Maar dat hoeft helemaal niet. Er bestaat goede stottertherapie. Ik volgde logopedie bij de vzw BeSt en zij organiseerden weekends voor mensen die stotteren. Wat bleek? Veel van de deelnemers hadden een job waarbij ze niet veel moesten communiceren.”
“Ik zal nooit weglopen van mijn problemen, dat ligt niet in mijn karakter. Maar vroeger meed ik wel bepaalde gesprekken. Ik liet mijn mama bijvoorbeeld naar de tandarts bellen om een afspraak te maken. Telefoneren vind ik nog altijd moeilijk, omdat het dan enkel draait om het auditieve. Je kan niet steunen op gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Dat zorgt toch voor een bepaalde druk.”
Elke dag logopedie-oefeningen
Maar de oplossing ligt ín het probleem, weet Zeger. “Als je ergens bang voor bent, moet je de uitdaging net aangaan. Zo bel ik als oefening naar verschillende pizzeria's om een bestelling te plaatsen. 5 minuten later bel ik terug om alles te annuleren. Ik kies wel altijd pizzeria’s uit in een andere gemeente, zodat ik nooit 2 keer dezelfde bel.” (lacht)
“Ik verstop het stotteren niet meer, maar ik probeer het wel nog voortdurend te overwinnen. Door elke dag mijn logopedie-oefeningen te doen en geen enkele spreekervaring uit de weg te gaan.”
“Met ‘Kamp Zeger’ wil ik jongeren die stotteren de kans geven om hun verhaal te doen”
Voorbeeld voor stotteraars
Zegers deelname aan ‘Kamp Waes’ maakte bijzonder veel los bij andere stotteraars. “Een van hen vertelde me dat hij wist wanneer iemand naar het programma had gekeken. Bij die mensen kreeg hij de tijd om zijn zin af te maken”, lacht hij. “Stotteren is tegelijk een beperking én een kracht. Of je het nu wil of niet, het zal je onbewust altijd ergens in tegenhouden.”
“Maar als stotteraar moet je telkens weer rechtstaan, waardoor je enorm veel veerkracht hebt. Ik vraag mij soms af wie ik geweest zou zijn, als ik niet had gestotterd. Dan was ik in ieder geval waarschijnlijk niet zo sportief. Sport is altijd mijn uitlaatklep geweest. Op het sportveld hoefde ik niet te spreken en werd ik enkel ‘beoordeeld’ op mijn prestaties.”
Niemand stottert
“Ik heb mij in mijn jeugd vaak eenzaam gevoeld, omdat ik dacht dat ik iets had waarvan niemand anders ter wereld last had”, herinnert Zeger zich. “Op tv of in mijn omgeving hoorde ik niemand stotteren. Dan vind je jezelf op den duur speciaal.”
“Daarom wil ik met ‘Kamp Zeger’ zoveel mogelijk jongeren bereiken. Met de zomerkampen wil ik hen verenigen en de kans geven om hun verhaal te doen. Dat is nodig, want er zijn niet veel organisaties die stotteraars samenbrengen. Logisch, aangezien zij zich liever verstoppen. Ik hoop oprecht dat ik daar een beetje verandering in kan brengen.”