Er bestaan een aantal factoren waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze het risico op rugpijn verhogen. Hoe meer risicofactoren je combineert, hoe groter je risico op rugpijn. Je kan ze daarom het best vermijden. Een aantal factoren kan je spijtig genoeg niet vermijden.
Risicofactoren die je niet kan veranderen
- aangeboren afwijkingen aan je rug
- een ongeval
- rugpijn in de familie
- leeftijd (tussen 25 jaar en 65 jaar is de kans op rugpijn hoger)
- zwangerschap
- eerdere periodes van rugpijn (kans op rugpijn is dubbel zo groot als je eerder al rugpijn had)
- aandoeningen met rugpijn als gevolg, bijvoorbeeld reuma
Risicofactoren die je wel kan veranderen
Het grootste deel van de factoren die rugpijn uitlokken, kan je gelukkig controleren.
- een slechte lichamelijke conditie
- slappe rug- en buikspieren
- roken
- stress of angst
- slecht pijngedrag, zoals niet op de juiste manier denken en handelen bij pijn (de pijn uitvergroten, slecht omgaan met pijn …)
- negatieve stemmingen
- blootstaan aan trillingen
- steeds dezelfde taken moeten uitvoeren op je werk
- ontevreden zijn met je werk
- met je handen werken en hierbij frequent materiaal verplaatsen, heffen, tillen …
- je rug buigen en tegelijkertijd een draaibeweging maken
- weinig sociale steun krijgen op je werk
- aan hoge eisen moeten voldoen op je werk
- je eigen capaciteiten overschatten
Risicofactoren die nog niet bewezen zijn
Het is vaak moeilijk om duidelijke verbanden te vinden tussen bepaalde risicofactoren en rugpijn. Het onderzoek naar oorzaken van rugpijn staat gelukkig niet stil. Artsen en onderzoekers houden er rekening mee dat bepaalde factoren die voorlopig nog niet bewezen zijn toch rugklachten kunnen uitlokken. Denk maar aan:
- langdurig zitten
- staan
- sporten
- overgewicht
- tillen
- trekken
- duwen
- fysiek zwaar werk
- buigen