Op deze pagina
Tips bij onveilig gedrag
Tips voor huiswerk maken
Tips om beter te slapen
Tips voor een vlottere ochtend
Meer tips:
Organiseer je dag - vaste routine
- Zorg voor een vast dagpatroon en routine. Een visueel schema met de dagplanning helpt om stress en verwarring weg te nemen. Leg de volgorde vast: opstaan, aankleden, eten, tandenpoetsen… Gebruik eventueel pictorgrammen. Bij sommige planningssystemen kan je kind zelf actief afvinken en zo ziet het ook meteen wat nog moet gebeuren. Geef je kind een compliment als het goed gaat!
- Geef je kind 10 minuten voor een verandering van activiteit een waarschuwing. Bijvoorbeeld voor het vertrek naar school, voor het avondeten, voor het einde van de schermtijd…
- Hang thuis goed in het zicht een weekschema op. Dan weet je kind wat er elke dag op de planning staat en wat er moet gebeuren. Bijvoorbeeld: voetbal, dan moet je een drinkbus mee. Zwemles op school, dan moet de zwemzak mee…
- Werk voor huiswerk of taakjes met beloningen, bijvoorbeeld een sticker plakken. Kinderen met ADHD zijn extra gevoelig voor beloningen, vooral als je het onmiddellijk doet. Dat verhoogt hun motivatie. Let wel op: beoordeel de inspanning (bijvoorbeeld: je kind ruimde de tafel af) en niet het resultaat (alles zit door elkaar in de vaatwasser).
- Zorg naast de routine ook voor echte vrije tijd waarin je kind kan doen wat het wil, eventueel samen met jou. Bijvoorbeeld samen TV-kijken, voorlezen, een spel, even voetballen, een blokje om… Als je ontspanning of pauzes goed timet, voorkom je dat de bom soms barst.
- Kondig afwijkingen aan de routine vooraf meerdere keren aan, bijvoorbeeld als je kind gaat spelen bij een vriendje of naar een verjaardagsfeestje mag.
- Door vol te houden, leer je je kind planningsvaardigheden die het later ook nodig heeft.
- Wanneer je je inschrijft voor de oudertraining ADHD, ontvang je gratis een praktische weekplanner met 52 afscheurbare bladen vol tips en inspirerende quotes. Deze planner is een realisatie van Solidaris met advies van Zit Stil en steun van P&V Verzekeringen.
Organiseer je huis
- Geef boekentassen, jassen, vuile brooddozen … een vaste plek en geef ze labels.
- Plak labels op kasten en opbergdozen, zodat je kind weet wat het waar moet opruimen of kan vinden.
- Wees zelf ordelijk, maar verlang niet dat je kind met aandachtsproblemen dat ook is. Ruim regelmatig samen op.
- Stem de inrichting van je woning af op de taken die je van je kind verwacht. De kans is dan minder groot dat je kind afgeleid geraakt en de taak vergeet. Zet bij de voordeur bijvoorbeeld alleen de schoenen en de jassen. Bewaar op die plek geen ballen en speelgoed.
- Nudging: wil je dat je kind naar de badkamer gaat om zijn tanden te poetsen? Sluit alle deuren die het onderweg tegenkomt en zet enkel de deur van de badkamer open. Zet liefst alleen de schoenen die je wilt dat je kind die dag draagt klaar, in plaats van 4 paar bij de deur.
- Richt je huis zo in dat er een plekje is met weinig afleiding om huiswerk te maken. Op die plek slingert bijvoorbeeld geen speelgoed . Werkt je kind graag met muziek in de achtergrond? Dan kan dat. Kinderen met ADHD zoeken dikwijls extra prikkels op, en achtergrondmuziek kan aan die behoefte voldoen.
Communiceer duidelijk
- Houdt instructies kort en bondig. Eén instructie per keer. Dus: ‘Ruim je bord af’. Niet: ‘Ruim je bord af, zet het in de vaatwasser en ga je tanden poetsen’. Kinderen met concentratieproblemen kunnen moeilijk grote brokken informatie verwerken. Deel daarom grotere taken op in kleine haalbare stappen.
Bijvoorbeeld:
'Maak je boekentas klaar' =
1) neem je huiswerk
2) agenda ondertekend?
3) drinkfles mee?
4) brooddoos en snackdoos mee?
5) neem je boekentas
6) stop alles erin. - Wees consequent: beloofde je een beloning als je kind zijn Lego opruimt? Kom de afspraak dan ook na.
- Verminder de keuzeopties en keuzestress. Vraag niet: “Wat wil je op je boterham?” Maar vraag ”Kaas of confituur?”. Vraag dus ook niet: “Wat wil je doen?” maar: ”Wil je voetballen of helpen koken?”.
- Maak concreet en duidelijk wat je van je kind verwacht. Zeg bijvoorbeeld niet “Gedraag je flink of braaf zijn.” maar “Je moet in de cinema op je stoel blijven zitten of blijf op de stoep of geef je zus een hand.”.
Vertel je kind ook wat je verwacht als jij er niet bij bent: wachten tot je een stuk taart krijgt, bij de begeleiders blijven tijdens een uitstap... - Bespreek op rustige momenten wat kan en niet kan. Maak oogcontact of raak je kind aan om de aandacht te krijgen.
- Benoem en beloon gewenst gedrag, hoe klein ook. Zeg bijvoorbeeld hoe knap je het vindt dat je kind de hele film lang op zijn stoel is blijven zitten. Dat was voor je kind vast niet eenvoudig.
- Het heeft niet veel zin om kinderen met ADHD te straffen als ze zaken vergeten, niet opletten of druk zijn. Ze doen dat niet met opzet.
- Wil je je kind toch leren dat gedrag consequenties heeft? Zorg dan voor logische consequenties, zoals minder schermtijd als het huiswerk langer uitloopt doordat je kind er te laat aan begon.
- Kleine en herhaalde consequenties werken altijd beter dan grote straffen.
- Eindig de dag altijd met een goedmakingsmoment, zeker als er een conflict was.
Zorg voor rust en pauzemomenten
- Voorzie binnen de gewone routine voldoende tijd voor pauzes. Even sjotten in de tuin of een stevige wandeling in het bos doen soms wonderen. Voorzie ook tijd om eens lekker gek te doen. Maakt je kind bijvoorbeeld constant dierengeluiden? Geef het dan elke dag 10 minuten waarop het ongestoord dinosaurus- of leeuwengeluiden mag maken.
- Druk gedrag kan een gevolg zijn van net te weinig prikkels. Je kind heeft dan net extra prikkels nodig om 'rustig' te blijven zoals geluid, visuele prikkels of iets tastbaars zoals warmte of een verzwaringsdeken. Zoek uit welke afleiding werkt voor jouw kind. Anderzijds komen prikkels soms ook te hard binnen, denk maar aan labels in kleding, naden in sokken, bepaalde geluiden... Zoek samen met je kind wat rust brengt. Met simpele aanpassingen blijft het veilig en minder storend: bijvoorbeeld een fietsband rond stoelpoten tegen het lawaai, bijtrubbers voor op de balpen in de klas, wriemelspeelgoed, een bijtketting of een wiebelkussen.