Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Afscheid als begin van nieuwe kansen: Liliane verhuisde naar een woonzorgcentrum

"Ik leef met allemaal broers en zussen"

Afscheid nemen doe je niet alleen wanneer iemand sterft. Je doet het bij élk einde: wanneer je verhuist, na een echtscheiding, een ontslag ... Toch hoeft zo’n vaarwel niet altijd negatief te zijn. Soms is het de start van een prachtig nieuw begin, zoals bij Liliane (83). Zij moest 4 jaar geleden verhuizen naar een woonzorgcentrum na een val en opname in een psychiatrisch ziekenhuis. 

Liliane Blocken is net terug van de sessie ‘actualiteit’, waar ze samen met de andere bewoners van het woonzorgcentrum in Sint-Truiden heeft besproken wat er zoal in het nieuws is geweest. 4 jaar geleden verhuisde ze hierheen.

Afscheid van mijn broers, zus en man

“Het was niet mijn beslissing om thuis weg te gaan. Na mijn opname voor een depressie besliste mijn psychiater dat het beter voor me was om te verhuizen naar een woonzorgcentrum.”

“Ik heb veel tegenslagen gekend. Ik verloor 2 broers tijdens de oorlog, mijn zus stierf toen ze amper 21 jaar was, mijn zoon had een ongeval. Maar ik kropte alles op en toonde mijn gevoelens niet aan anderen. Tot mijn man overleed. Toen kon ik niet meer”.

Moeilijk om zoon achter te laten

“In het begin had ik het lastig met de verhuis naar het woonzorgcentrum. Het was een enorme aanpassing. Wat ik het moeilijkste vond? Mijn zoon achterlaten. Hij woonde bij mij.”

“Voor hem was het ook zwaar, want hij is erg gehecht aan zijn mama. Als hij kan, komt hij elke dag langs. Dan drinken we samen iets. Hij een Duveltje, ik een koffie. Of een ‘Kriekske’, dat lust ik ook wel eens graag.” (knipoogt)

Bezige bij

Maar het nieuwe leven beviel Liliane al gauw. “Ik werd goed opgevangen en heel vriendelijk en warm onthaald. Zowel door het personeel als de andere bewoners. Eigenlijk heb ik er veel aan dat ik overdag nooit meer alleen ben. Er is altijd iets te doen en ik neem deel aan alle activiteiten. Mij vind je niet veel op mijn kamer, behalve na de middag om even te rusten.”

“Ik neem deel aan alle activiteiten, dus mij vind je niet veel op mijn kamer”

“Ik ben enorm graag onder de mensen. Ik help waar en wanneer ik kan. Ik ga bijvoorbeeld wandelen met bewoners die in een rolstoel zitten. Actief bezig blijven doet me veel deugd.”

Nooit vervelen

“Soms mis ik het wel dat ik bepaalde zaken niet meer zelf kan doen, zoals eten maken. Maar het is nu zo. En gelukkig staan er vaak kookactiviteiten op het programma, zodat ik de handen uit de mouwen kan steken. Onlangs maakten we courgettesoep, appelcake en pannenkoeken.”

“Bij elke verjaardag is het hier trouwens feest. Met alles erop en eraan: versiering, taart, drank ... Binnenkort is er een mosseldag. Je verveelt je hier niet hoor.” (lacht)

1 grote familie

“Had je me in het begin gezegd dat ik me zo thuis zou voelen, dan had ik je niet geloofd. Toch is het zo. Afscheid nemen van mijn eigen huis vond ik niet zo erg. Het afscheid van mijn man en mijn zoon viel me veel zwaarder.”

“Maar ik heb vrienden bijgekregen. Meer nog, we zijn hier allemaal broers en zussen. 1 grote familie zijn we. Dat zeg ik niet zomaar, het is écht zo. Iedereen is fel begaan en we steunen elkaar wanneer we kunnen. Met je gevoelens en zorgen kan je altijd bij iemand terecht.”

“Met je gevoelens en zorgen kan je hier altijd bij iemand terecht”

Wat ik zelf kan, doe ik alleen

Bang voor de toekomst is Liliane niet. “Vandaag niet meer. Toen ik depressief was, was dat wel anders. Dan leefde ik constant in angst. Maar nu ben ik gelukkig. Ik laat het komen zoals het komt.”

“Zoals laatst, toen ik op controle moest gaan in het ziekenhuis. Ik ging alleen naar binnen, zonder mijn begeleider. Zolang ik de dingen zelfstandig kan, wil ik dat ook zo doen. Ik blijf niet bij de pakken zitten.”