Ouderen met een migratieachtergrond zijn niet altijd enthousiast over de verhuis naar een woonzorgcenrum. Traditioneel blijven zij vaak bij familie (in)wonen. Maar vandaag zijn er woonzorgcentra die extra aandacht besteden aan culturele achtergronden en gewoontes. Zo ook bij Saphir, een woonzorgcentrum in Brussel van de Korian Groep. Een kennismaking.
Waar kunnen ouderen die niet meer thuis kunnen of willen wonen terecht? Dan is het antwoord vaak: een woonzorgcentrum. Dat klopt, ook al zijn er meer mogelijkheden.
Geen negatieve verandering
Als je niet meer kan of wil zelfstandig thuis wonen, dan is een woonzorgcentrum een mogelijke woonvorm. Toch lijkt het een grote opgave voor veel ouderen om de stap te zetten naar zo'n centrum. Want een ‘rusthuis’ of een ‘home’ is geen pretje, hoor je vaak.
Maar verhuizen naar een woonzorgcentrum hóeft niet negatief te zijn. Zo bewijst Eduarda (89) bewijst dat je er je oude dag heel gelukkig kan doorbrengen.
Lees Eduarda’s volledige verhaal.
Cultuursensitief woonzorgcentrum, wat is dat?
De bedoeling van een woonzorgcentrum is dat elke bewoner zich er thuisvoelt. Zijn rusthuizen daarvoor voldoende aangepast aan de culturele diversiteit van onze samenleving? Saphir, een gloednieuwe woonomgeving voor ouderen in Brussel, wil alvast de toon zetten voor cultuursensitief wonen op je oude dag: een manier van wonen die zoveel mogelijk rekening houdt met je culturele waarden, normen en gewoontes van elke unieke persoon.
Luisteren en persoonsgerichte zorg
Een cultuursensitief woonzorgcentrum is vrij nieuw in ons land. Saphir is het allereerste woonzorgcentrum dat zich zo naar voren schuift. Volgens Wesley Antheunis, directeur van de groep Korian waartoe Saphir behoort, is de essentie nochtans simpel. “We starten met 1 duidelijk idee: luisteren naar elkaar. Respect voor iedereen. Concreet wil dat zeggen dat je rekening houdt met ieders gewoontes.”
“Gedurende het hele verblijf van onze bewoners willen we hen echt leren kennen. En cultuur en levensstijl zijn daarin enorm belangrijk. Pas als ze die terugvinden, krijgen mensen het gevoel dat ze thuis zijn. Want ze verliezen hun gewoontes niet. Daarom zetten we sterk in op zorg die helemaal is afgestemd op elke persoon apart.”
“Pas als mensen hun cultuur en levensstijl terugvinden, krijgen ze het gevoel dat ze thuis zijn.”
Woonzorgcentrum als spiegel van de maatschappij
Het is een basisprincipe dat vanzelfsprekend zou moeten zijn, vindt Wesley. “Het verbaast me eigenlijk dat Saphir het 1ste cultuursensitief woonzorgcentrum in ons land is. Neem een stad als Brussel: 38 % van de 65-plussers heeft een niet-Belgische culturele achtergrond. Dat is de realiteit. Een woonzorgcentrum maakt deel uit van onze maatschappij, dus dan moet dat toch alle verschillende gemeenschappen weerspiegelen?”
“Ik merk op dat we vandaag een vrij mooie mix van bewoners bereiken. Dat komt wellicht door onze invalshoek waarbij we ons aanpassen aan ieders culturele en leefgewoontes. Het percentage mensen met Noord-Afrikaanse roots ligt iets hoger. Ik vermoed dat de media-aandacht en samenstelling van de inwoners van Laken hierin wel een rol speelt.”
Liever thuis dan in een woonzorgcentrum?
De directeur nuanceert wel meteen. “Ons centrum is het 1ste dat als cultuursensitief benoemd wordt. Maar de persoonsgerichte aanpak die wij gebruiken, vind je zeker ook terug in andere woonzorgcentra. Daar ben ik van overtuigd. Toch kan je de meerderheid van de rusthuizen vandaag nog altijd omschrijven als ‘blank Europees’. De multiculturaliteit onder de bewoners is vrij laag.”
Hoe komt dat? “De 1ste generatie migranten die in België toekwam, is gebleven en wordt steeds ouder. In heel veel culturen blijven de kinderen voor hun ouders zorgen, maar culturele gewoontes veranderen doorheen de tijd.”
“Zo merken we dat de 2de en 3de generatie intussen ook tweeverdieners zijn. Voor hen is het niet altijd evident om voor hun hulpbehoevende ouders te zorgen, ook al schrijft de cultuur dat misschien wel voor. Bovendien maken chronische ziektes, zoals dementie, het zeer moeilijk om mensen in hun thuisomgeving te blijven verzorgen.”
Thuis voelen
“We gingen in gesprek met onze medewerkers in Brussel die allemaal een diverse achtergrond hebben en we stelden de vraag: ‘wat maakt dat jullie ouders niet naar een woonzorgcentrum gaan?’.”
Een van de belangrijkste redenen was de onaangepaste infrastructuur en het feit dat er op weinig plaatsen rekening wordt gehouden met hun gewoontes, tradities en waarden. Ze voelen zich niet thuis in een woonzorgcentrum, omdat de inrichting niet op hun cultuur is afgestemd. Bijvoorbeeld het gebrek aan gebedsruimtes met wasplaatsen, hun eigen religieuze dagen en feesten, hun eetgewoontes, hun visie op ziek zijn, palliatieve zorg ... Daarom kozen ze eerder voor thuiszorg. Maar dat bewustzijn is er in Saphir wel.”
Wat is het verschil?
Daarom vindt hij het pionierswerk belangrijk. “Met onze manier van werken maken we een verschil. We doen geen buitengewone dingen, het zit in de invalshoek. We bekijken alles als een klein kind: nieuwsgierig, zoekend, open om vanalles in ons op te nemen. We zoeken naar wat ieders culturele gewoontes inhouden en kijken hoe we kunnen helpen om die te behouden.”
En dat gaat veel verder dan religie. Als mensen denken aan ‘cultuursensitief’, denken ze vaak en zelfs alleen aan een religieus verschil. Maar dat klopt niet. “Ja, er komt hier een imam. En ja, we vieren het Offerfeest. Tegelijk is er ook een priester en Kerstmis en Pasen worden gevierd. Maar het gaat om zoveel meer: leef- en eetgewoontes, en medische gewoontes.”
“Een cultuursensitief woonzorgcentrum draait om veel meer dan enkel religie. Het gaat ook over leef- en eetgewoontes, en medische gewoontes”
Familie blijft fundament
Bij de vraag naar concrete voorbeelden, wijst Wesley erop dat het in kleine dingen kan liggen. “Er zijn meer internationale televisiekanalen beschikbaar. We organiseren zeer diverse activiteiten, van traditionele spelletjes tot een henna-namiddag. Het eten en de kookactiviteiten zijn gevarieerd: van klassieke gerechten tot Oosterse specialiteiten.”
En een bijzonder belangrijk fundament bij Saphir is ‘familie’. Ook daarin maakt het woonzorgcentrum het verschil. “We stellen de gezelligheid en verbondenheid die je vindt in een familie centraal. Familieleden van bewoners zijn hier altijd welkom om mee te komen eten. Op zondag zijn we zonder overdrijven 1 grote familie. Er heerst hier dan zo’n warm en huiselijk gevoel.”
Positieve reacties
Saphir werd pas geopend in de zomer van 2022 en enkele maanden later klinken er overwegend positieve reacties. Zowel bij het personeel, de bewoners als familieleden. “Maar we blijven onze werking zien als een continu leerproces. We willen blijven onderzoeken en evolueren.”
“Zo bestaat onze samenwerkingsraad niet enkel uit personeelsleden. Ook bewoners, familieleden en vrijwilligers zijn welkom. We komen elke maand samen. En echt alles kan besproken worden.”
“Familieleden van bewoners zijn hier altijd welkom om mee te komen eten”
En wat kost dat?
En voor die dingen betaal je in Saphir niet meer dan in een ander woonzorgcentrum. “Integendeel, door de nieuwe infrastructuur en ons concept liggen onze prijzen eerder laag. Dit is een bewuste keuze om het rusthuis voor iedereen toegankelijk te maken en houden. Een standaardkamer kost 59 euro per dag. We hebben ook iets grotere kamers waarvoor de prijs wat hoger ligt. Maar ze blijven heel betaalbaar”, benadrukt de directeur.
Aiboud (84) bloeide open bij Saphir
Een van de bewoonsters van het nieuwe woonzorgcentrum is Aiboud Habibi (84). Zij verblijft sinds augustus 2022 in Saphir. “Het was mijn moeders beslissing om te verhuizen naar dit woonzorgcentrum”, vertelt haar zoon Mohamed Fellahi (64).
“Het werd onvermijdelijk, omdat ze te veel zorg nodig had. In een moslimfamilie zoals de onze is het heel gebruikelijk om je ouders in huis te nemen. Maar op een bepaald moment bots je op te veel drempels. Je kan je wel voorstellen dat mijn moeder het verre van fijn vond dat haar zoon haar moest helpen bij haar persoonlijke hygiëne bijvoorbeeld.”
Onverdeelde aandacht voor elke bewoner
“Toen ze voor de 1ste keer naar een woonzorgcentrum ging, was dat totaal geen succes. Het ging daar echt niet goed met haar. Dus haalden we haar weg en gingen we op zoek naar een andere woonplek voor haar. Mijn dochter stuitte op Saphir en ik kwam een kijkje nemen. Het was de allereerste keer dat ik binnenstapte in een woonzorgcentrum waar ik me zelf ook meteen op mijn gemak voelde.”
“Je krijgt hier geen typisch ‘rusthuisgevoel’. Het lijkt eerder op een hotel. En je zou mijn moeder moeten zien nu. Ze is weer helemaal opengebloeid, het gaat super met haar. Ze is gelukkig en voelt zich echt thuis. Alles wordt hier in het werk gesteld om het bewoners zo aangenaam mogelijk te maken. Alles wordt aangepast aan elke bewoner apart. Elke bewoner krijgt onverdeelde aandacht.”
“Je krijgt geen typisch ‘rusthuisgevoel’. Je zou mijn moeder moeten zien: ze is gelukkig en voelt zich echt thuis”
2de leven in 1 grote familie
“Het fantastische aan deze plek is dat de familie hier 24 uur per dag welkom is. We mogen zelfs de nacht doorbrengen met onze moeder als we dat willen. Dus mijn broers, zussen en ik hebben nu een beurtrol. Ieder van ons blijft een nachtje en nadien ontbijten we samen met haar. En daarna gaan we naar ons werk. ’s Middags en ’s avonds kan je gerust opnieuw komen eten.”
“Het personeel voelt ook niet aan als personeel. Eerder als familieleden. Net zoals de familieleden van de andere bewoners. Het klinkt melig, maar het is zo: we zijn in enkele maanden tijd 1 grote familie geworden.”
“Je ouders in huis nemen op hun oude dag, doe je natuurlijk uit liefde. Maar in werkelijkheid sluit je ze ook wat af van de wereld, toch? Ze komen niet veel meer buiten, ze hebben minder sociaal contact. Hier heeft mijn moeder elke dag iets te doen. Er zijn tal van activiteiten, ook buitenshuis. Hier krijgt ze een ‘2de leven.”