Sommige zuigelingen hebben meer melk nodig dan andere, ook al zijn ze even oud en wegen ze even veel. Maar hoe weet je of je baby voldoende drinkt? 1 antwoord: de weegschaal!
Is er een verschil tussen borst- en flesvoeding?
Bij borstvoeding zal de baby zelf bepalen welke hoeveelheden hij nodig heeft.
In tegenstelling tot wat men soms denkt, is het bij flesvoeding vaak moeilijker te bepalen of de baby voldoende gedronken heeft. Hier werkt men met gemiddelde hoeveelheden, afhankelijk van de leeftijd en het gewicht van de baby. Die gemiddelden stemmen niet noodzakelijk overeen met wat je baby echt nodig heeft.
Hoe kan ik nagaan of de baby voldoende gevoed is?
Je baby moet regelmatig in gewicht bijkomen (25 tot 30 g per dag de eerste drie maanden, 20 g tot 25 g per dag in de daaropvolgende drie maanden). Het is best mogelijk dat je baby een gewicht vertoont dat hoger of lager ligt dan het gemiddelde, maar zolang het gewicht evenredig evolueert met de lengte, is dit geen probleem. Het is niet zozeer het gemiddelde gewicht dat belangrijk is, wel het regelmatig bijkomen in gewicht.
Om deze evolutie goed te volgen kan je groeicurves raadplegen. Deze vind je in het gezondheidsboekje van je kind.
Maak je geen zorgen te maken als:
- Je baby goed slaapt, weinig klaagt en niet overmatig huilt.
- Je baby een gezonde huidskleur heeft.
- Je baby één tot tweemaal per dag een normale, zachte ontlasting produceert.
- Je baby minstens 6 plasluiers heeft per dag (urine kleurloos tot lichtgeel).
- Je baby gemiddeld 6 keer drinkt per dag.
- Je baby na het flesje rustig is.
Een goeie maat is de regelmaat
Een zekere regelmaat in het eetritme van een baby is goed voor de groei. Deze regelmaat betekent in het geval van flesvoeding: niet langer wachten dan 4 uur, met tussenpauzes van minimum 2 uur. Je hoeft je anderzijds niet kost wat kost aan het schema te houden. Je hebt toch zelf ook niet altijd evenveel honger? Zolang je baby gezond en alert is en zijn groei normaal verloopt, is het geen probleem als de fles eens niet wordt leeggedronken.
Voel je je vermoeid of heb je het wat moeilijk met het babyritme? Vraag dan of iemand het flesje af en toe kan overnemen. Zo kan je zelf ook wat tot rust komen.
Let op de signalen
Baby’s hebben een klein maagje. Sommigen kunnen zelfs behoefte hebben aan kleine slokjes de hele dag door. Kost wat kost de hele fles laten leegdrinken zou hun verzadigingsgevoel in de war kunnen sturen. Baby’s hebben immers een honger- en verzadigingsgevoel van bij de geboorte. Dat wordt tijdens het eerste jaar verder ontwikkeld. Als ze honger hebben laten ze dat horen. Daar kan je best op ingaan. Ook als ze genoeg gegeten hebben laten ze dat weten. Als je die signalen respecteert, zal je kind een gezond honger- en verzadigingsgevoel ontwikkelen.
Hongersignalen bij je baby:
- Zijn mondje gaat af en toe open.
- Hij beweegt met armpjes en beentjes en wordt onrustig.
- Hij zuigt op zijn handjes.
- Hij huilt.
Soms kan je baby onrustig blijven na de voeding. Een wandeling, een badje, … kunnen je baby helpen ontspannen.
Merk je dat je baby geen honger heeft maar wel wil zuigen? Geef dan eventueel een fopspeen om aan deze zuigbehoefte te voldoen.