Uit de Grote Coronastudie van de Universiteit Antwerpen blijkt dat studenten het slechtst scoren op het vlak van mentaal welzijn. Marith (16), Anton (19) en Fie (21) vertellen hoe zij de lockdown en coronamaatregelen beleven.
Sociale media worden overstelpt door noodkreten van jongeren die het moeilijk hebben in coronatijden. Wij belden enkele jongeren op met de welgemeende vraag ‘hoe gaat het met jou?’.
Fie (21), studente media en entertainment business
“Tijdens de 1ste lockdown heb ik het echt verschrikkelijk moeilijk gehad. Ik zat op kot in Mechelen, maar toen in maart alles werd gesloten, ging ik naar huis. Ik woon in een klein boerengat en het enige wat ik daar had, waren mijn studies.”
“Mijn zus en ouders gingen werken en toen zij ‘s avonds thuis kwamen, hadden zij nog iets te vertellen. Maar ik zat hele dagen alleen, achter mijn computer. Ik had geen enkele structuur meer in mijn leven.”
“En ook de school had op dat moment geen idee hoe ze deze crisis moest aanpakken, wat voor veel strubbelingen en stress zorgde. Onze werkdruk was hoog. Het leek toen alsof de hele wereld stilstond, behalve die van de studenten. Zij moesten plots tegen 100 per uur werken.”
"Ik ben een creatieve spring-in-’t-veld, plots was ik nog maar een schim van mezelf.”
Altijd wenen
Iedereen in Fies omgeving wist hoe zwaar ze het had, maar niemand kon haar echt helpen. “Ik ben een creatieve spring-in-’t-veld, maar in die periode was ik nog maar een schim van mezelf. Ik ging wenend slapen en ik stond wenend op.”
“Mijn ouders en zus zagen dat uiteraard, maar zij konden niet meer zeggen dan ‘het komt wel goed’. Zij wisten ook niet hoe lang het nog zou duren. Op school was de hulp beperkt. De ene leerkracht liet een hoop opdrachten vallen, de andere ging gewoon door zoals hij normaal deed.”
Mentale crash
Het gevolg was dat Fie in augustus helemaal onderuit ging. “Ik had 2de zit en tussen mijn 2 herexamens ging ik met mijn zus fietsen. Opeens kon ik niet meer verder. Ik ben neergevallen en ik werd met de ambulance afgevoerd. Een hele zware paniekaanval was de diagnose.”
“Dat was een echte wake-upcall. Ik heb mijn 2de herexamen niet meer afgelegd en ik ging praten met mijn huisdokter. Sindsdien neem ik medicatie om mijn stress en angst onder controle te houden. Gelukkig heb ik ook een groot vangnet, met goede vrienden die er altijd voor mij zijn. En mijn zus, mijn rots in de branding.”
Beter voorbereid
Dankzij dat netwerk én haar stage gaat het begin 2021 een stuk beter met Fie. “Mijn stage brengt weer structuur in mijn dag en ik kan ontsnappen aan mijn computer. Ik woon nu bovendien in Antwerpen. Daar is altijd wel iets nieuws te ontdekken en dat helpt ook. Straks heb ik wel opnieuw online les en ik hoop dat de school dit keer iets beter voorbereid is.”
“Ik raad alle andere studenten aan om te blijven praten met elkaar. Laat elkaar niet los.”
Laat elkaar niet los
“Wij hebben het gevoel dat wij vanaf dag 1 in de steek gelaten zijn en dat we op weinig begrip kunnen rekenen. We missen niet alleen het feesten, maar álle sociale contact. Ik put zoveel energie uit anderen, maar opeens mocht ik niet meer naar mijn oma, mijn neef en nicht, die nochtans buren zijn. Dat vond ik vreselijk.”
“Ook het gebrek aan perspectief is lastig. Wij missen het léven, want dat staat nu al een jaar stil. Ik kan alle andere studenten alleen maar aanraden om te blijven praten met elkaar. Laat elkaar niet los.’’
Marith (16), leerlinge jeugd- en gehandicaptenzorg
“Het wegvallen van onze sociale contacten, niet meer kunnen uitgaan, geen hobby’s meer en altijd alleen tussen de 4 muren van mijn kamer zitten: in het begin van de coronacrisis had ik het daar heel moeilijk mee. Er was niemand om mee te praten, er was alleen mijn computer.”
“Ik ging voor de pandemie al naar de psycholoog en ik was heel blij dat die begeleiding gewoon kon verdergaan. Ik ben ook 2 maanden opgenomen geweest en daar heb ik geleerd hoe ik kan omgaan met alle beperkingen die ons worden opgelegd.”
“Ik heb gechat met de Zelfmoordlijn. Daar had ik veel aan, er werd naar mij geluisterd.”
Zoek afleiding
“Het is heel belangrijk om te praten over de dingen waarmee je zit. Krop niet alles op. Ik heb bijvoorbeeld ook gechat met de Zelfmoordlijn. Daar heb ik veel aan gehad, want er werd naar mij geluisterd.”
“Ook afleiding zoeken, helpt. Ik tekende bijvoorbeeld hoe ik mij voelde. Op die manier kon ik me beter uitdrukken. En ga vooral naar buiten en probeer mensen te ontmoeten, ook al is het met 1,5 meter afstand.”
“Ik ben blij dat ik altijd zo open kon zijn tegen mijn vrienden. Zij zijn een grote steun geweest. Jongeren begrijpen elkaar, terwijl volwassenen al snel vinden dat wij ons aanstellen. Het enige wat zij zeggen is dat we gewoon moeten doorgaan, dat het wel beter zal worden. Maar aan die boodschap hebben we niet veel, hé.”
Online contacten
“Ik heb de komende weken opnieuw online les, dat zal weer een hele uitdaging worden. Dat is fijn voor een week, maar dan wordt het moeilijk. Gelukkig weet ik nu hoe ik daarmee kan omgaan.”
“Ik ga regelmatig wandelen en op vrijdagavond houden we een videochat met de klas, zodat we elkaar ook buiten de online lessen nog zien. Zo kunnen we ook eens over iets anders dan de leerstof praten. Die online contacten helpen echt. Zonder zou ik nog meer in de put hebben gezeten.”
Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.
Anton (19), student diergeneeskunde en dj
“Ik ben dj in bijberoep en dat kan ik al heel lang niet meer doen. Daardoor is mijn grootste ontspanningsmogelijkheid weggevallen. Vorig jaar heb ik heel diep gezeten, omdat het echt niet meer ging. Ik heb een jaar gedubbeld, waardoor ik nog in het middelbaar zat, en het was genoeg geweest.”
“Ik vond het niet leuk om verplicht opgesloten te zitten in mijn kot. Alle leuke dingen vielen 1 voor 1 weg. Ik was op school bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de organisatie van de laatste 100 dagen. Ik had daar mijn hart en ziel ingestoken, maar de dag voor het grote moment werd alles afgeblazen. Ik kreeg klap na klap in mijn gezicht. Dan breek je op den duur.”
“Als je ziek bent, ga je naar de dokter. Waarom niet als je je mentaal niet goed voelt?”
Naar de psycholoog
“Ik heb een zware angstaanval gehad en toen heb ik een afspraak gemaakt bij een psycholoog. Ik volgde 10 sessies en dat heeft mij er weer bovenop geholpen. Maar dat was niet zo’n makkelijke stap. Mentaal welzijn bij jongeren was in het begin van de coronacrisis nog geen onderwerp.”
“En ik schaamde mij een beetje. Ik was precies de enige die het moeilijk had. Maar als je ziek bent, ga je toch ook naar de dokter? Waarom zou je dat niet doen als je je mentaal niet zo goed voelt?”
Hechte vriendengroep
Vandaag heeft Anton geen psychologische hulp meer nodig. “Sinds de zomer voel ik me beter in mijn vel. Ik ga elke dag wandelen om mijn hoofd leeg te maken en ik heb een hechte vriendengroep die de moeite doet om contact te houden. Elke avond proberen we een 2-tal uur met z’n tienen te bellen via Zoom. Wij houden elkaar recht. Daardoor heb ik het nu niet meer zo moeilijk.”
“Ook de steun van mijn familie heeft mij heel erg geholpen. We maken er een punt van om elke dag 1 keer met z’n vieren aan tafel te zitten en met elkaar te babbelen. Durf aan elkaar te vragen hoe het écht gaat. Daarmee kan je een wereld van verschil maken.”