Bewegen is goed voor je lichaam, je mentale welzijn, je sociale contacten ... Veel voordelen dus. Ook voor mensen met een beperking, al zijn er vaak drempels om te kunnen sporten. Ook voor Charlotte Aelbrecht (26) uit Mechelen was de zoektocht naar een geschikte sport en sportclub niet evident.
“Ik ben altijd al sportief geweest. Voor ik in een rolstoel belandde, jogde ik graag. Sinds 2 jaar ben ik lid van een heel leuke rolstoeltennisclub in Sint-Katelijne-Waver. Niet dat ik op zich zo’n grote tennisfan ben, maar deze sport én sportclub waren gewoon het best haalbaar voor mij.”
“In de ideale wereld zou iedereen gewoon de sport moeten kunnen beoefenen die die het liefste doet. Maar dat lukt binnen de G-sport niet altijd”, vertelt Charlotte. De eerste vraag is altijd: welke sport doe je graag? En dan: waar kan je terecht? Met of zonder beperking, het is altijd even zoeken. Maar met een beperking is sporten vaak toch moeilijker. De wil is er wel maar er zijn vaak drempels.”
G-Sport, sporten met een handicap
G-sport is een verzamelnaam voor alle sporten die mensen met een handicap, psychische kwetsbaarheid of chronische aandoening beoefenen. Je kan in theorie bijna alle sporten doen. Er bestaat bijvoorbeeld G-voetbal, G-zwemmen, G-turnen …
Er zijn sporters met een fysieke, een visuele, een verstandelijke of een auditieve (gehoor) beperking, met autisme of met een psychische kwetsbaarheid. Je kan sporten in je eentje, in een G-sportclub, of samen met andere mensen zonder beperking in een inclusieve sportclub.
Minder G-clubs dan gewone clubs
“Er zijn nu eenmaal veel minder G-clubs dan gewone sportclubs. Je keuze is beperkter”, gaat Charlotte verder. “Ik wou heel graag roeien of kajakken, maar in mijn buurt zijn daar geen G-clubs voor. En in een gewone club trainen is toch een stuk moeilijker, ze hebben meestal geen aangepaste accommodatie, knowhow of trainers met ervaring in aangepaste lessen, oefeningen of technieken voor mensen met een beperking.”
“Ik heb eerst G-badminton geprobeerd, maar die club had maar een paar leden. Ik ben een sociaal beestje, ik wil babbelen, nieuwe mensen leren kennen. Dat maakte dat ik afgehaakt ben. De tennisclub waar ik nu speel is de grootste van Vlaanderen. Er trainen G-sporters uit alle hoeken van Vlaanderen. Maar ook hier hang je vast aan bepaalde uren. We trainen elke zaterdag 3 uur. Op donderdag volg ik 1 uur privéles. Ik zou mijn trainingen liever spreiden over de hele week, maar dat is niet mogelijk”, vertelt Charlotte.
Te weinig G-trainers
“Het is jammer dat ik niet kan aansluiten bij een ‘gewone’ training. Er zijn nu eenmaal minder G-trainers dan reguliere. Je hangt vast aan specifieke trainers en hun beschikbare uren. Nochtans spelen de rolstoeltennissers op hetzelfde veld, met dezelfde rackets, ballen en net als gewone tennissers. Het enige verschil: de bal mag 2 keer botsen.“
“Als meer trainers een opleiding zouden volgen voor G-sport, dan zou dat al een stuk schelen. Waarom trainers bij hun opleiding niet een extra module laten volgen om zich ook te specialiseren in G-sport? Een groter aanbod geeft al veel meer keuzemogelijkheden voor mensen met een beperking”, hoopt Charlotte.
Kleine G-sportwereld
“Ook G-wedstrijden zijn lastig voor een competitiebeest als ik”, getuigt ze. “De rolstoeltenniswereld is een kleine wereld. In het rolstoeltennis in België spelen mannen en vrouwen tegen elkaar en er is maar 1 categorie, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland waar wel verschillende reeksen zijn en mannen gescheiden spelen van vrouwen. De wedstrijden vinden plaats in heel België. Om dan heel ver te rijden om altijd tegen dezelfde mensen te moeten spelen en telkens 6-0 op je doos te krijgen … nee dankjewel. Dus hou ik het bij recreatieve tennis.”
“Ik zoek mijn uitdagingen ergens anders. Daarom train ik nu voor de marathon in Sydney eind september. Da’s een ‘once in a lifetime’ voor mij. Een vriend vertelde me dat hij mee ging doen aan die marathon. Voor mijn ski-ongeval, waardoor ik in een rolstoel belandde, jogde ik graag. Dus ik dacht: waarom niet, ik doe ook mee.”
“Het voordeel is dat ik daarin mijn eigen ding doe. Ik train wanneer en hoelang ik wil. Bij een sportclub hang je vast aan beschikbare uren. Het trainen gaat vlot op mezelf. Soms train ik samen met een vriendin, die ongeveer hetzelfde tempo loopt als ik rol.”
Drempels om te sporten
“Voor mij zijn de grootste drempels om te sporten de bereikbaarheid en het aanbod qua clubs en trainers. Maar ook het kostenplaatje. Een aangepaste tennis- of race-rolstoel kost zo’n 10 000 euro en er is geen terugbetaling voor. Dus huur ik voorlopig een tennisrolstoel. Voor de marathon heb ik nog een andere stoel nodig”, zucht Charlotte.
Mijn droom? Dat sporten bereikbaarder wordt voor mensen met een beperking.
“Mijn droom? Dat sporten bereikbaarder wordt voor mensen met een beperking. De eerste stap naar échte participatie is dat er genoeg opgeleide trainers en aangepaste accommodaties zijn, net zoals voor reguliere sporters. Dat je voor een G-sportclub niet naar de andere kant van het land moet, maar in je buurt terecht kan, liefst zelfs bij een reguliere club. Vaak zijn er weinig grote aanpassingen nodig bij bestaande sportclubs, maar ontbreekt gewoon de kennis om inclusief te werken.”
“15% van de wereldbevolking heeft een zichtbare of onzichtbare handicap. En toch zijn mensen met een beperking een uitzondering in de media, terwijl ik toch ook waspoeder of kuisproducten nodig heb? Er is nog veel werk aan de winkel om onze samenleving inclusiever te maken”, besluit Charlotte.