België loopt dus achter op vlak van toegankelijke mobiliteit. Zijn er buitenlandse voorbeelden die je heel inspirerend vindt?
1. Trein in Nederland
Reinhart: “Echt ver hoeven we daarvoor niet te kijken. In Nederland moeten mensen met beperkte mobiliteit bijvoorbeeld maar 1 uur op voorhand hun trein reserveren. In België daarentegen is het in het ene station 24 uur op voorhand, in het andere 3 uur en in ongeveer 300 stations kan je als persoon met een handicap niét terecht.”
2. Voetpaden in Berlijn
Reinhart: “Ook van Duitsland valt er veel op te steken. Berlijn is zelfs al in de prijzen gevallen als meest toegankelijke stad van Europa. Rolstoeltoegankelijkheid is er heel goed. Alles is er drempelloos en er zijn ook heel goede gidslijnen en wegmarkeringen voor blinden. Zulke toegankelijke wegen zijn niet alleen gemakkelijk voor rolstoelgebruikers, maar ook voor jonge ouders met buggy’s en ouderen die slecht ter been zijn.”
3. Busdienst in Denemarken
Reinhart: “In Denemarken werd het nationale project ‘Flexdanmark’ uitgerold. Dat is een bussysteem dat mensen met een beperkte mobiliteit van buurt tot buurt vervoert. Het gaat niet alleen om mensen met een handicap. Ook wanneer je vervoer nodig hebt omdat je bijvoorbeeld heel afgelegen woont, kan je met zo’n busje mee. Het is heel inclusief. Ze werken met een mobiliteitscentrale: je belt ernaar om vervoer aan te vragen en dan is er een computersysteem dat alle aanvragen monitort en de ritten op elkaar afstemt. Heel efficiënt.”
Denk je dat zoiets ooit in België mogelijk zou zijn?
Reinhart: “We zitten op een kantelpunt. In Vlaanderen zijn ze op dit moment bezig met de uitrol van het decreet basisbereikbaarheid. Alle lokale besturen en gemeentes krijgen veel inspraak over hoe ze dat verder willen organiseren. Dus het kan zijn dat sommige lokale besturen bijvoorbeeld liever het accent leggen op deelfietsen- en auto’s, en andere op busdiensten. Die inspraak is enerzijds natuurlijk erg goed, maar anderzijds kunnen er daardoor regionaal grote verschillen zijn op vlak van bereikbaarheid voor mensen met een beperkte mobiliteit. Maar er is hoop, want er beweegt hier en daar iets in de goede richting.”