“Jullie hebben nog tijd!” of “Dat komt wel”. Het zijn opmerkingen die wensouders Noémie (26) en Andreas (29) weleens horen. Ze proberen al 2 jaar om hun gezin uit te breiden met een baby. Maar het blijft wachten. En een veeleisende vruchtbaarheidsbehandeling volgen.
September 2018: de kinderwens
Een jaar nadat Noémie en Andreas elkaar leren kennen, beslissen ze om voor een kindje te gaan. “Ja, zo snel en zo jong’, lacht Noémie. “Als het goed zit, weet je het. We willen allebei een warm gezin en het voelde aan als het juiste moment”, vult Andreas aan.
Noémie stopt met de pil. “Op mijn 13de werd door een grote cyste mijn rechtereierstok verwijderd. Normaal is je fertiliteit (vruchtbaarheid) met 1 eierstok oké, dat hadden de dokter me toen verzekerd. En dat weet ik als arts zelf ook. Maar iets in mij zei dat zwanger worden niet zo vlot zou gaan.”
Juni 2019: PCOS strooit roet in het eten
Een positieve zwangerschapstest blijft uit en het stel beseft dat ze de natuur een handje moeten helpen. “Ik ging op tweejaarlijkse controle bij de gynaecoloog. Die zag cystes op mijn eierstok en raadde aan om langs te gaan bij de fertiliteitspecialist”, vertelt Noémie.
“Die stelde vast dat ik PCOS (polycysteus ovariumsyndroom) heb, een syndroom dat jarenlang onderdrukt was door de pil. En dat zorgt voor vruchtbaarheidssproblemen. Intussen waren we een jaar verder, zonder bolle buik. Dan weet je waar je voor staat.”
December 2019: kunstmatige inseminatie
Stap 1: de eisprong stimuleren en proberen spontaan zwanger te worden. Dat lukt niet. De volgende stap is kunstmatige inseminatie. Noémies eicel wordt tot rijpen gebracht en een spermastaal van Andreas wordt in de baarmoeder gebracht. Heel wat ingrijpender voor het jonge koppel dan de oorspronkelijke stimulatie van de eisprong.
“Het kunstmatige overheerst. Je geeft alles uit handen. Romantisch kan je het niet noemen. ’s Ochtends met een potje naar het ziekenhuis en 2 uur later lig je op een tafel ...”, zegt Noémie. “Maar bij inseminatie moesten we tenminste geen seks meer ‘plannen’, zoals toen de eisprong werd gestimuleerd”, vindt Andreas.
Maart 2020: ivf
De inseminatie blijft zonder resultaat. Dan volgt ivf. Alsof hun geduld niet genoeg op de proef gesteld is, legt de lockdown in het voorjaar alles 2 maanden stil. “Bovendien merkten de dokters in mijn 1ste ivf-cyclus dat Andreas’ zaadcellen niet door de wand van mijn eicellen raakten. Ook via ivf was de kans erg klein om zwanger te worden”, aldus Noémie.
Het nieuws komt hard aan. “Het leek ons nooit mee te zitten”, weet Andreas. “Vooral Noémie had het moeilijk, ik maakte me zelfs zorgen.” Noémie knikt. “Ik zag niks anders meer dan baby’s en zwangere vrouwen. Baby’s beheersten mijn leven. ‘Als dit niet lukt, heeft mijn leven geen zin meer’, zei ik op een bepaald moment.”
April 2020: geen psychologische steun bij een vruchtbaarheidsbehandeling
Terwijl een vruchtbaarheidsbehandeling fysiek én mentaal een helse rollercoaster is, merken Noémie en Andreas dat er bijna geen psychologische steun is. “Ik ging zelf op zoek in die lastigste periode. Zo kwam ik in contact met Kinderwens vzw en een kinderwensconsulente. Intussen volg ik zelf de opleiding tot consulente. Oprichtster Shanti stelde ook voor om een brochure te maken om huisartsen meer te informeren.”
Want geen kinderen kunnen krijgen is nog een taboe, zo blijkt. Terwijl erover praten zo belangrijk is. Met elkaar én met de omgeving. “Het helpt dat mensen meeleven en de weg voor een stuk mee bewandelen. Supporters aan de zijlijn maken het draaglijk”, vertelt Andreas.
Augustus 2020: zwanger zonder zwanger te zijn
Het koppel zit intussen aan ‘oplossing’ nummer 4: ICSI, een meer gespecialiseerde vorm van een ivf-¬behandeling. Dokters verzamelen zoveel mogelijk eicellen bij Noémie om die te bevruchten. “De hormonale behandeling die je daarvoor ondergaat is géén pretje. Ik had hoofdpijn, buikpijn, moodswings, was misselijk ... eigenlijk was ik zwanger zonder zwanger te zijn!”, herinnert ze zich.
Andreas: “Soms veranderde Noémies persoonlijkheid zelfs wat. Gelukkig kon ik het plaatsen en ging ik er met een beetje humor mee om. En we bleven altijd praten met elkaar.” Dat is de sleutel volgens Noémie. “Wij zijn nog meer beginnen te babbelen en zijn er als koppel sterker uitgekomen. Maar je ziet heel goed hoe het snel de andere kant kan uitgaan. Ik snap waarom het bij sommigen het einde van de relatie betekent.”
Oktober 2020: niet meer met 2 naar het ziekenhuis
Na de ICSI-bevruchting zijn er 5 embryo’s goed om ingeplant te worden. De eerste 2 terugplaatsingen mislukken. “In het begin hield ik mijn gevoelens voor mezelf. Noémie droeg al zo veel, ik wilde haar niet belasten. Zij kreeg dan de indruk dat het me niets kon schelen”, zegt Andreas. “Maar ik had het gevoel dat ik het niet zo moeilijk mócht hebben als zij. Dat mijn emoties niet gerechtvaardigd waren. Ik heb moeten leren dat mijn gevoelens ook oké zijn.”
Intussen zorgt corona ervoor dat Andreas niet meer mee mag naar het ziekenhuis. Terwijl een vruchtbaarheidsbehandeling ook voor de partner heel wat is. “Je bent niet meer mee hé. Al begrijp ik de maatregelen wel.”
Noémie reageert: “Ja en nee. Je doet het als koppel. Zo lijkt het alsof ík een baby wil. En Andreas maar zit te wachten tot die er komt.”
… 2021: hoop is de drijfveer
In december wordt het 3de embryo teruggeplaatst. Hoe groot is de hoop als je in een vruchtbaarheidstraject zit? En hoe lang mag je hoop koesteren? Noémie: “Je hoopt altijd, hoop is de drijfveer. Waarom zou je er anders aan beginnen?”
In de loop van het proces heeft het koppel de verwachtingen wel bijgesteld. “Anders houd je het niet vol. De hoop op een baby is onverminderd. Maar de hoop dat het net die ene cyclus zal lukken, is getemperd”, zegt Andreas.
Nood aan veilige plek buiten het ziekenhuis
Psyschische ondersteuning voor wensouders blijft achterwege, weet Shanti Van Genechten, oprichtster van Kinderwens vzw.
“Vlaanderen is pionier op het vlak van fertiliteitsbehandeling, maar de psychosociale begeleiding op hetzelfde niveau brengen, is een grote uitdaging. Wij proberen de eerstelijnszorg te stroomlijnen en op te leiden. Zodat mensen ook buiten de ziekenhuismuren een veilige plek vinden om te praten en advies te vragen.”
“Een onvervulde kinderwens is rouwen. Alleen is het een schaduwverdriet: niemand ziet het, maar het is er wel. Erken het verdriet van wensouders. Geef ze ruimte voor hun gevoelens, maar behandel ze daarom niet helemaal anders.”