Een kleuter heeft een bijzonder zelfbeeld. Sommige kleuters hebben veel zelfvertrouwen en overschatten zich snel. Andere kleuters zijn heel onzeker en hebben niet veel zelfvertrouwen. Beiden zijn normaal in de ontwikkeling van je kind. Wij geven enkele tips om je kind te helpen bij de ontwikkeling van zelfvertrouwen.
Hoe ziet zelfvertrouwen eruit bij een kleuter?
Het zelfbeeld van een kleuter is iets bijzonder. De meeste kleuters zullen zichzelf zien als iemand die graag tekent, met bouwdozen speelt of graag klimt. Het is daarbij typisch dat ze zichzelf en hun eigen kunnen overschatten.
Sommige kleuters kunnen echter heel onzeker uit de hoek komen, onderschatten zichzelf en komen eerder pessimistisch over. Ze hebben te weinig zelfvertrouwen.
In beide gevallen is dit een belangrijke stap in hun ontwikkeling. Ze leren begrijpen dat ze een persoon op zichzelf zijn met een eigen karakter, kenmerken en een eigen willetje. Deze fase wordt voornamelijk gekenmerkt door egocentrisme, maar langzaam aan beseffen ze dat andere personen ook gevoelens, kenmerken en voorkeuren hebben.
Hoe ontstaat zelfvertrouwen bij een kind?
Zelfvertrouwen ontstaat uit het zelfbeeld dat een kind van zichzelf heeft. Waardering van de ouders speelt een grote rol in het ontstaan van dit zelfbeeld. Een kind dat veel complimenten krijgt zal een groter zelfvertrouwen hebben. Maar sommige kinderen worden gewoon geboren met wat meer of minder zelfvertrouwen dan andere kinderen.
Voor een positief zelfbeeld is het erg belangrijk je kind steeds complimenten te geven en te feliciteren. Negatieve puntjes stuur je bij door opbouwende feedback te geven. Belangrijk is dat je steeds erg duidelijk zegt welk gedrag je waardeert en waarom je dat gedrag waardeert. Bij minder goed gedrag zeg je welk gedrag je niet waardeert, waarom niet, en laat je meteen volgen welk gedrag je wel zou waarderen in deze situatie.
Tips om je kind te helpen
Als ouder kan je aantal zaken doen om te helpen bij het ontwikkelen van het zelfbeeld en zelfvertrouwen:
- Toon waardering voor je kind, zowel voor grote als kleine zaken.
- Verwoord en beloon positieve kenmerken en daden met complimentjes.
- Verwoord en praat over gevoelens en leef je in.
- Geef je kind een liefdevolle omgeving met een veilig en geborgen gevoel.
- Probeer niet te veel aandacht te schenken aan negatief gedrag zoals een driftbui.
- Oefen geen druk uit over hoe en wanneer bepaalde zaken ‘moeten’ lukken.
- Geef als ouder ook het goede voorbeeld: focus ook bij jezelf en anderen op wat goed gaat en maak je kind duidelijk dat je niet in alles goed kan zijn.