Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Sharenting of foto’s delen van je kinderen: wat doe je wel en wat niet?

"De virtuele schouderklopjes van andere ouders doen deugd."

Zowat elke ouder heeft het al eens gedaan: een knappe of grappige foto van zijn/haar kind gepost op sociale media. En de ene doet het vaker dan de andere. Sharenting, zoals dat heet. Maar kan je zomaar alles wat je kind doet online gooien? Enkele do’s en don’ts. 

Druk van influencers

Foto’s van je kind – al dan niet met een hip filtertje – delen op Instagram of Facebook: heel wat ouders doen het graag. Sharenting, een samentrekking van ‘sharen’ en ‘parenting’. Compleet nieuw is het fenomeen niet. “Alleen is de term sharenting de laatste jaren heel populair”, legt Bert Pieters, expert mediaopvoeding bij MediaNest, uit. 

“Ik denk dat veel ouders al lang vrij zorgzaam omgaan met het delen van foto’s van hun kinderen. Maar de laatste jaren kwamen er heel wat influencers op de proppen die hun gezin gebruiken. Ouders die vroeger eerder dachten ‘ik deel niet alles van mijn kinderen’, slaan wat om onder invloed van die influencers en raken het evenwicht soms kwijt. Niet slecht dus dat we weer meer aandacht schenken aan sharenting.”

De positieve kant van sharenting

Waarom gooien we met z’n allen zo gretig onze kinderen op het web? “Waarom niet?”, countert Pieters. “Zolang je er goed over nadenkt, kan het zonder al te veel problemen. Er zijn zeker argumenten voor sharenting.”

Om te beginnen: als ouder ben je apetrots op je kroost. Al hun leuke fratsen, schattige gezichtjes, mooie resultaten her en der … wil je delen met de wereld. “Bovendien geniet je als ouder van al die likes en hartjes onder je foto. Alsof de anderen zeggen: ‘jouw kind is een topper’. En tegelijk bevestigen dat je goed bezig bent. Die virtuele schouderklopjes doen deugd.”

Daarnaast is het ook een geruststelling om te zien dat het bij andere ouders soms even chaotisch verloopt. “Je merkt dat andere gezinnen voor dezelfde uitdagingen staan als jij. Dat het huis bij een ander ook geregeld volledig overhoop ligt. Oef!” Dankzij sharenting vinden ouders dus steun of zelfs advies bij elkaar.

Keerzijde van de medaille

Maar … ja, er is een maar. Wat online staat, krijg je nog moeilijk weg. En je kind heeft er zelf niet voor gekozen om voor altijd digitaal vindbaar te zijn, met beeld en al. “Een gekke bek van een vijfjarige posten is niet erg, ook niet voor de kleuter in kwestie. Maar als een vriendje diezelfde foto 5 jaar later terugvindt, kan het plots wel leiden tot plagerijen, of erger pesterijen”, weet Pieters.

Foto’s kunnen in het slechtste geval zelfs misbruikt worden. “Niet alleen commercieel. Soms vallen ze in handen van duistere pedofilienetwerken. Dat is gelukkig een uitzondering – het is belangrijk om dat te benadrukken – maar het kan gebeuren.”

Voorbeeld voor je kind 

Het grootste rolmodel voor je kind? Dat ben jij, als ouder. Onderschat niet welke voorbeeldrol je hebt voor je kind - dat tenslotte zelf ook actief is of zal zijn op sociale media.

Toon je dat je kritisch staat tegenover foto's delen, en dat je bepaalde regels of beschermende maatregelen volgt, dan zal ook je kind hier sneller bij stilstaan. Gooi jij alles zomaar online, dan kan je moeilijk verwachten dat je kind zich altijd voldoende bewust is van de valkuilen van het internet.

Moeder neemt selfie van vader en kinderen

Tips bij sharenting

Volgens Bert Pieters ligt de sleutel bij elke ouder zelf. “Ieder moet voor zich uitmaken hoe ver hij/zij kan gaan. Er zijn mensen die beslissen om hun kind nooit herkenbaar in beeld te brengen. Je kan heel wat vertellen over je kinderen zonder dat ze met hun gezicht te zien zijn. Het is een keuze.”

Maar als je aan sharenting doet, zijn er toch enkele zaken waarmee je het best rekening houdt:

  1. Stel jezelf de vraag of de foto toonbaar is. En of je zelf graag zou hebben dat een dergelijk beeld van jou wordt verspreid en mogelijk wordt bekeken door wildvreemden. Twijfel je? Deel hem dan niet.
  2. Check het even met je partner. Twijfelt een van beide ouders? Opnieuw: niet delen.
  3. Denk op lange termijn. Kan de foto in de toekomt zorgen voor gênante situaties voor je kind of plagerijen? Is het antwoord ja, dan kan je misschien nadenken over een andere, minder ‘gevaarlijke’ manier om hetzelfde verhaal te brengen.
  4. Let altijd op met naakt. Zelfs met onschuldig lijkende foto’s van baby’s.
  5. Vanaf de leeftijd van 5 jaar: vraag aan je kind of hij/zij akkoord gaat met de post. Ook al is het nog een kleuter, je toont zo dat je rekening houdt met wat je kind denkt en zegt. Toestemming vragen is nooit fout.
  6. Wees voorzichtig met negatievere situaties. De mindere kanten van het leven tonen, is niet slecht. We zijn allemaal op zoek naar echte verhalen. Het is zeker niet altijd ‘happy happy, joy joy’. Maar let op dat je niet te ver gaat. Een zwaar ziek kindje, dat via allerlei draadjes aan de machines hangt in het ziekenhuis, kan bijvoorbeeld voor sommige mensen triggerend overkomen.

Blijf kritisch

En onthoud vooral: het is niet omdat je nooit iets deelt van je kinderen op het internet dat je per definitie een betere ouder bent. “Sharenting kan perfect, zolang je er kritisch over nadenkt. Wijs elkaar niet te snel met de vinger”, besluit Pieters.