De voedingsdriehoek vertelt je niet alleen wat je best eet om gezond te zijn, maar ook hoe je dat precies kan doen. Bonus: gezond eten volgens de voedingsdriehoek is niet alleen goed voor jezelf, maar ook voor de planeet. Gezond en milieuverantwoord eten gaan hand in hand!
De voedingsdriehoek bestaat uit de volgende 5 zones:
Blauwe zone
Drink vooral water, en dan liefst kraantjeswater. Dat is even gezond als flessenwater, maar wel een pak beter voor het milieu. Dankzij een herbruikbare drinkfles heb je altijd kraantjeswater bij de hand.
Je kan af en toe afwisselen met koffie en thee zonder suiker.
Donkergroene zone
Het grootste gezondheidsvoordeel haal je uit de donkergroene zone met plantaardige voeding: groenten, fruit, volle granen, peulvruchten en in kleinere hoeveelheden ook noten en plantaardige olie. De weinig of niet bewerkte varianten krijgen de voorkeur.
- Seizoensgroenten- en fruit zijn niet alleen het lekkerst, ze zijn ook goed voor het milieu. Diepvriesgroenten of groenten in blik of bokaal zijn een goed alternatief voor buiten het seizoen.
- Korte keten is een mooie manier om de lokale economie te steunen. Maar niet alles wat je via de korte keten koopt, is per se goed voor het milieu. Denk maar aan groenten en fruit dat in serres gekweekt wordt.
- Peulvruchten zijn een ideale vleesvervanger: ze bevatten veel eiwitten én hebben een lage impact op het milieu.
Lichtgroene zone
Vis, melkproducten, kaas, eieren, gevogelte … zijn dierlijke producten die je niet hoeft te schrappen, maar kleine porties volstaan. Dierlijke producten zijn minder goed voor je gezondheid en voor het milieu dan plantaardige voeding.
Oranje zone
In de oranje zone staan de producten die een nadelig effect kunnen hebben op je gezondheid als je er veel van eet. Denk maar aan rood vlees en boter, maar ook kokos- en palmolie (vetstoffen rijk aan verzadigde vetzuren). Daarom is het belangrijk van deze producten niet te veel te eten.
Rode bol buiten de driehoek
De voedingsdriehoek raadt aan om zwaar bewerkte voeding zoveel mogelijk te vermijden. Enkele voorbeelden zijn: koekjes, chips, frisdrank en alcohol. Maar ook bewerkte vleesproducten zoals salami of gerookt spek laat je beter zoveel mogelijk links liggen. Dat zijn vaak producten waaraan veel suiker, vet en/of zout is toegevoegd.
Meer info en tips vind je op de website van het Vlaams Instituut voor Gezond Leven.
Strijd mee tegen voedselverspilling
Er wordt nog altijd veel eten weggegooid, en dat is zonde. Gelukkig kan je er zelf iets aan doen!
- Plan je maaltijden en stel een boodschappenlijstje op. Zo verklein je de kans op impulsaankopen.
- Schat je portiegroottes goed in. Meer eten dan dat je lichaam nodig heeft, is ook een vorm van voedselverspilling. Luister naar je honger- en verzadigingsgevoel, en stop met eten als je genoeg hebt.
- Denk na voor je iets koopt: wanneer ga je het opeten?
- Kijk altijd naar de vervaldatum, en naar hoe je eten moet bewaren.
- Heb je toch restjes? Bewaar ze in de koelkast of diepvries voor een andere keer.
Meer tips vind je op de website voedselverlies.