Pasgeborenen worden standaard gescreend op 12 aandoeningen. Kind en Gezin test kinderen onder meer op gehoorproblemen. De overheid zorgt ervoor dat je je vanaf een bepaalde leeftijd kan laten screenen op borstkanker, baarmoederhalskanker en dikkedarmkanker. Maar je kan je ook laten screenen met een zelftest. Doen of afblijven?
In bepaalde apotheken en drogisterijen zijn er reeds verschillende zelftesten beschikbaar (vb. Fec-o-test, Veroval, Mytest…,). Ook bedrijven, organisaties, zorginstellingen en soms lokale overheden bieden vandaag al screenings aan voor hun werknemers, bezoekers of bewoners. Daarnaast is er een andere trend waartoe steeds meer mensen zich laten verleiden: een potje met speeksel vullen en opsturen naar de VS of elders.
Voor een paar 100 euro weet je enkele weken later of je bijvoorbeeld een verhoogde kans maakt op diabetes, de ziekte van Alzheimer of parkinson. Zo’n test lijkt op het 1ste gezicht een slim idee. Zulke risico’s ontdek je liever te vroeg dan te laat, niet? Bovendien betaal je dat toch gewoon uit eigen zak?
Doe je er dan goed aan om zo’n zelftest te gebruiken? Wij gingen te rade bij prof. dr. Bettina Blaumeiser (UZ Antwerpen), voorzitter van de werkgroep Bevolkingsonderzoek.
1. Is screenen een goed of slecht idee?
“Screenen is op zich zeker een goed idee. Door risico's of een ziekte tijdig op te sporen, verhoog je meestal de kans op genezing of beperk je de gevolgen. De resultaten kunnen mensen geruststellen of ertoe aanzetten om gezonder te leven", vertelt prof. dr. Bettina Blaumeiser.
"Maar dan moet een groep van experts de voorwaarden hebben vastgelegd: hoe screenen, wie screenen, wanneer screenen, hoe vaak screenen, hoe gebeurt de opvolging ...?”
“Screenen is volgens de WHO (World Health Organization) pas zinvol als het aan enkele voorwaarden voldoet. Wilson en Jungner en de WHO hebben 10 criteria geformuleerd hiervoor (Engels). Zo moet de ziekte vaak voorkomen, moet de test voldoende betrouwbaar zijn, en mag hij niet té veel kosten."
2. Wat is dan het probleem met zelftests?
- “Eerst en vooral kunnen ze je een vals gevoel van geruststelling geven”, vertelt prof. dr. Blaumeiser. "Neem borstkanker, een ziekte die 1 op de 8 vrouwen in België treft. Een DNA-test screent alleen op erfelijke borstkankers en 90 % van de borstkankers is niet erfelijk. Bovendien screenen de testen die je online koopt slechts een handvol van de erfelijke borstkankers, terwijl er meer dan 200 soorten zijn. Als uit de DNA-test blijkt dat je geen verhoogd risico loopt, ben je valselijk gerustgesteld. Het risico bestaat dan dat je denkt: 'een mammografie, dat hoeft voor mij niet meer'.”
- “Stel je het omgekeerde scenario voor: je test wél positief. Je hebt met andere woorden een gen dat borstkanker kan veroorzaken. Wat moet je met die informatie aanvangen? Er zal heus geen vertegenwoordiger van het bedrijf bij jou aanbellen om eventjes de resultaten voor je te kaderen”, vervolgt ze.
- “Het voorbeeld van borstkanker is er maar eentje. Hetzelfde geldt voor tientallen andere erfelijke aandoeningen die je met die pakketjes kan testen”, beklemtoont prof. dr. Blaumeiser. “Het stijgende aanbod van die zelftests is een enorm probleem. De bedrijven die zulke tests aanbieden, willen in de 1ste plaats winst maken. Hun doel is écht niet om de Belgische bevolking gezonder te maken.”
Koop je toch zo’n pakket, wees dan niet alleen kritisch over de resultaten. Lees ook de kleine lettertjes. Sommige bedrijven kunnen je DNA-gegevens doorverkopen aan farmaceutische bedrijven of onderzoeksinstanties.
3. Welke screenings biedt de overheid aan?
De Vlaamse overheid biedt 4 bevolkingsonderzoeken aan. Deze screenings voldoen aan strenge eisen. De kwaliteit van deze onderzoeken wordt bovendien nauwgezet opgevolgd.
- Aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen. Het gaat om 15 ziektes, zoals mucoviscidose, stofwisselingsziekten ...
- Dikkedarmkanker voor mannen en vrouwen van 50 tot en met 74 jaar door middel van een staaltje stoelgang.
- Baarmoederhalskanker voor vrouwen van 25 tot en met 64 jaar via een uitstrijkje.
- Borstkanker voor vrouwen van 50 tot en met 69 jaar door middel van een mammografie.