Bram (21) is een joviale jongeman. Zijn ogen glimlachen. Maar achter die glimlach zit ook een geschiedenis van mentale kwetsbaarheid en doorzettingsvermogen. Een verhaal van diep vallen, maar weer opstaan door onder andere psychologische hulp toe te laten. Hij vertelt waarom het ook voor jongeren zo belangrijk is om te durven praten over (zware) emoties.
Bram (21) is een van de 8 jongvolwassenen met een psychische kwetsbaarheid die in het programma ‘Wildlife’ op avontuur trekken in Thailand. Samen met presentator Dieter Coppens gaan ze er als vrijwilligers werken in een reservaat voor wilde dieren in nood.
De jongeren leren zichzelf en elkaar op een andere manier kennen. Door te praten en hun verhaal te delen hopen ze elkaar ook steun te kunnen bieden.
Praten jongeren minder?
“De makers van ‘Wildlife’ vroegen aan mijn psycholoog of zij iemand kende die wilde deelnemen. Blijkbaar vonden ze weinig jongens om mee te gaan. Ik zag dat wel zitten”, vertelt Bram.
Hij haalt meteen een mogelijk taboe rond mentale kwetsbaarheid onder jongeren aan. Praten zij er minder open over? En waarom? “Ik merk dat psychische kwetsbaarheid zeker nog een taboe is onder jongeren. Vaak worden psychische problemen gezien als ‘aandachttrekkerij’. Mentale gezondheid wordt niet altijd serieus genomen.”
Gevoelens verbergen
Zelf worstelt Bram al enkele jaren met eenzaamheid, angst en depressieve gevoelens. Hij werd geboren als een meisje, maar voelde snel dat hij eigenlijk een jongen was. Het was voor hem lange tijd moeilijk om zichzelf te durven en kunnen zijn. “Als puber voelde ik me vaak heel eenzaam, ook al had ik veel mensen rond mij. Maar ik kon er niet over praten.”
“Ik was depressief. Ik zag eigenlijk geen uitweg, ik zag het niet goedkomen en had dan donkere gedachten”, herinnert hij zich. Maar voor de buitenwereld zette Bram een masker op. “Mijn gezin wist helemaal niet dat het zo slecht met me ging. Ik was heel goed in het verbergen van mijn gevoelens.”
Praten als sleutel
Tot een begeleidende medewerker van het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) doorhad dat het de verkeerde kant uitging met Bram. Zo kwam hij een maand terecht in een psychiatrische crisisopvang. “Al gaf het me rust op dat moment, toch vond ik het als tiener heel moeilijk om die hulp toe te laten. In het begin was ik erg boos.”
“Ik zag het nut er niet van in. Ik voelde me vooral opgesloten en het leek een straf. Intussen ben ik iedereen die voor mij hulp heeft gezocht en mij heeft ondersteund heel dankbaar. Ik besef dat als ik toen niet was beginnen praten, ik vandaag niet zo ver zou staan als ik nu sta. Praten was dé sleutel om mezelf te helpen.”
“Als ik niet was beginnen praten, zou ik vandaag niet zo ver staan. Praten was dé sleutel om mezelf te helpen”
Durven voelen
“De crisisopname was nodig voor de eerste zorgen en voor mijn veiligheid, maar het is vooral door de therapie bij mijn psycholoog dat het beter is beginnen gaan. Had ik haar niet gehad, dan weet ik niet of mijn opname nog effect gehad zou hebben. Preventieve zorg is ongelooflijk belangrijk.”
Zijn weerstand om zich open te stellen en te praten viel bij een psycholoog stilaan weg. Al moest Bram echt léren praten, zegt hij. “Als tiener was ik heel gesloten. ‘Ja’, ‘nee’ en ‘oké’ waren zowat mijn standaardantwoorden. Het is pas sinds een jaar of 2 dat ik mijn gevoelens kan benoemen. En dat ik ook écht voel.”
“Ik merk dat ik niet gewoon boos ben, maar dat achter die kwaadheid andere emoties zitten. Die moest ik leren én durven voelen. Boos zijn was eerder een manier om al het lastige niet te moeten voelen.”
“Therapie blijft deel uitmaken van mijn leven. Want ik krijg nog te maken met triggers en angstige periodes. Soms kunnen mijn gevoelens heel heftig zijn en dan mogen de gevaarlijke stemmetjes in mijn hoofd niet de bovenhand nemen.”
“Onder leeftijdsgenoten haalde ik mijn psychische problemen niet aan uit angst en schaamte”
Angst en schaamte om te praten met leeftijdsgenoten
Na zijn opname – en de lockdown tijdens de coronacrisis – nam Bram de draad van zijn dagelijkse leven weer op. Hij ging naar school, zag zijn vrienden weer en hervatte zijn sociale leven. Maar nog niet in volledige openheid tegen andere jongeren over zijn kwetsbaarheid.
“Ik begon onder leeftijdsgenoten nooit zelf over mijn psychische problemen. Ik wilde de sfeer niet verpesten of zo … Vandaag kan ik er vlot over praten, maar toen hielden angst en schaamte me tegen”, weet hij.
Gelukkig groeit de aandacht op school voor mentale kwetsbaarheid wel. “Er wordt over gepraat binnen de lessen. En er is ondersteuning vanuit een CLB of ILB (Interne leerlingenbegeleiding). Zelf had ik veel aan een toffe medewerker van het CLB”, herinnert hij zich. “Die heeft mij na mijn opname enorm geholpen. Ik kon er alles bij kwijt, maar op mijn tempo: ik praatte wanneer ik het zelf wilde.”
Niet denken aan de toekomst
En het gaat best goed met hem, benadrukt Bram. “Wat me vooral helpt? Niet bezig zijn met de toekomst. Als ik daarover moet nadenken, krijg ik snel last van paniekaanvallen. Er wordt zo veel van jonge mensen verwacht! Ik denk daar liever niet te veel over na. Ik wil in het moment leven, dat geeft me rust.”
“Ik nam heel bewust afstand van mijn smartphone en sociale media. Enkele maanden geleden deed ik zelfs even een volledige digitale detox. Mijn gsm was opnieuw zo’n oud model van Nokia. Zalig! Ik kan het andere jongeren aanraden.”
“Door niet constant online te zijn of bezig te zijn met sociale media vergelijk ik me minder met anderen. En heb ik weer echt contact. Als je niet de hele tijd in die digitale wereld leeft, praat je vanzelf weer meer fysiek met mensen.”
“Door niet constant bezig te zijn met sociale media vergelijk ik me minder met anderen”
Eigen stukje kwetsbaarheid
Het is een fijne ervaring die hij ook had tijdens de opnames van ‘Wildlife’. “We waren een supertoffe bende. We konden lachen, wenen, elke emotie beleven. Het was geweldig om dat te beleven in een groep waarin we allemaal ons eigen stukje kwetsbaarheid mochten laten zijn. En iedereen heeft zich zo mooi opengesteld”, glimlacht Bram.
“Ik deed veel inspiratie op door de andere jongeren. Ieder van ons gaat op zijn eigen manier om met de dingen. Daar heb ik uit geleerd. Hoe ik bijvoorbeeld bepaalde zaken anders kan bekijken of aanpakken. En ik ben trots op hoe sterk onze groep is, ondanks wat sommigen hebben meegemaakt.”
Jongeren helpen met verhaal
Zou hij als ervaringsdeskundige andere mentaal kwetsbare jongeren willen of kunnen helpen? “De positieve reacties op mijn deelname doen me deugd. Op dit moment voel ik me nog niet sterk genoeg om anderen concreet te helpen. Maar het idee zit wel in mijn achterhoofd. Voorlopig hoop ik jongeren vooral te helpen door mijn verhaal te delen.”
“Ik wil laten zien dat je jezelf kan zijn. Verstop je niet, verstop je gevoelens niet en krop niet op. Eigenlijk zijn alle emoties oké en elk gevoel is echt. Geef dat maar aan en durf erover te praten.”
“Zoek vooral naar de manier die jou helpt met omgaan met wat je voelt. Is het tekenen, schrijven, roepen …? Dat is prima, zolang je daardoor je emotie kan toelaten en dan van je afzetten. Zo ben ik beginnen haken. Dat is ongelooflijk ontspannend. Ik kan een hele avond in de zetel zitten haken, heerlijk. Mijn kopje is meteen leeg.”