Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Rouwexpert Manu Keirse: “Het verlies van een kind verwerk je niet, je overleeft het”

"Het verdriet en verlies gaat altijd met je mee, als je schaduw"

Psycholoog en rouwexpert Manu Keirse begeleidt dagelijks mensen door hun verdriet na een overlijden. “Als je je ouders verliest, verlies je je verleden. Verlies je je partner, dan verlies je je heden. Als je een kind verliest, verlies je je toekomst. Opnieuw gelukkig worden als je een kind moest afgeven aan de dood, is het moeilijkste wat er is.”

Kind dat sterft? De uitzondering

Sterven is verbonden met de natuur van de mens. Alleen voelt het ongelooflijk onnatuurlijk aan dat je als ouder je kind moet begraven. “Dat is niet altijd zo geweest. Er was een tijd dat mensen 5 kinderen op de wereld zetten, van wie er 3 stierven voor ze volwassen waren”, weet Manu Keirse.

“Door de vooruitgang is het nu eerder een uitzondering dat kinderen sterven. Dat maakt het des te moeilijker als het toch gebeurt. Ouders van een overleden kind komen ook niet zoveel mensen tegen in de samenleving die dat zelf hebben meegemaakt.”

Geen kind zo aanwezig als het kind dat gemist wordt

Keirse wil het woord rouwverwerking niet in de mond nemen. “Ik noem het ‘verlies overleven’. Mensen zeggen soms: ‘Heb je dat nu nog niet verwerkt?’. Alsof de pijn op een bepaald moment voorbij is. Ouders nemen het verlies van een kind hun hele leven mee. Hun laatste gedachte op hun sterfbed gaat vaak zelfs naar hun overleden kind.”

De momenten van gemis komen ook het hele jaar door terug. “Op belangrijke dagen, zoals de verjaardag, de sterfdatum … is dat verdriet er. Dat komt door je vermogen om liefde te geven en te ontvangen. Verdriet en liefde horen samen”, legt Keirse uit.

“Of je 1 kindje had of meerdere, geen kind is zo aanwezig als het kind dat gemist wordt. Als je enige kind sterft, wordt natuurlijk je hele identiteit in vraag gesteld. ‘Wie ben ik nog? Ik was de mama of papa van een kind, maar dat is er niet meer.’ Je verliest een pak inhoud. Maar je blijft altíjd ouder, zelfs als je kind niet meer leeft”, benadrukt hij.

“Om weer te genieten van het leven na de dood van een kind is een tijdspanne van 5 tot 7 jaar niet abnormaal”

Verhuizen van de buitenwereld naar het hart

Het verlies moet wel een plaats krijgen. Maar hoe doe je dat in hemelsnaam als je kind sterft? “Om weer te genieten van het leven na de dood van een kind is een tijdspanne van 5 tot 7 jaar niet abnormaal”, zegt Keirse.

“Dat wil niet zeggen dat je al die tijd ontroostbaar verdrietig bent, wel dat de minste aanleiding genoeg is om de tranen in je ogen te krijgen of het onderwerp op de tip van je tong te hebben. Je mist die persoon elke dag. Dat is compleet normaal.”

“In het begin ben je verdoofd. De realiteit dringt niet volledig door. Het is alsof je kind er nog is. Hoe meer tijd verstrijkt, hoe meer je de realiteit ziet. Je kind is weg en komt nooit meer terug. De pijn kan heviger zijn na een jaar, omdat het besef duidelijker is.”

“Sterven is verhuizen van de buitenwereld naar het hart van de mensen die van je houden. Je moet verder met de herinneringen aan het leven van je kind. Die zijn enerzijds pijnlijk, anderzijds heb je die heel hard nodig.”

“Rouwen is een lang proces, waarbij je je 4 belangrijke taken doorloopt”

De 4 taken in het rouwproces

Iedereen rouwt natuurlijk op zijn eigen manier. En op zijn eigen tempo. Rouwarbeid is een individueel en lang proces, waarbij je 4 belangrijke taken een voor een doorloopt, aldus Keirse.

Taak 1: het onder ogen zien van de werkelijkheid en het verlies

“Meteen een aartsmoeilijke taak, omdat alles binnenin jou dat tegenwerkt. Je wil die realiteit niet. Je wil je kind terug. Je weet het wel, maar je voelt het nog niet in het begin. De weg van weten naar voelen kan een hele tijd duren.”

Taak 2: het ervaren van de pijn van het verlies

“Je kan geen verlies overleven zonder de pijn te ervaren. En die kan door merg en been gaan. Telkens als je herinnerd wordt aan wat je overleden kind was, betekende of deed, kan je geconfronteerd worden met ondraaglijke pijn. Het uur dat je kind thuiskwam van school, de lege stoel bij de gezinsmaaltijden, de verjaardag, feestdagen …”

“De pijn komt in pijnscheuten overal in je lichaam. Het zijn golven van verdriet, ze komen en gaan als de golven van de zee. Je kiest er niet voor. De pijn komt ook tot uitdrukking in extreme vermoeidheid: je geraakt niet vooruit, je verricht rouwarbeid. In gebrekkige concentratie: je onthoudt niets. In prikkelbaarheid en agressie. Of in schuldgevoelens en schaamte.”

Taak 3: je aanpassen aan de wereld na het verlies

“Telkens als je geconfronteerd wordt met iets wat je kind deed, sta je voor de opdracht om je aan te passen aan de wereld zónder je kind. Elke ouder mist een overleden kind in de dingen die hij/zij met hem/haar deed. Bijvoorbeeld in het ophalen van school, in het supporteren tijdens het voetbal …  

Als ouder moet je een nieuw beeld van jezelf ontdekken. ‘Wie ben ik, nu mijn kind niet meer leeft?’ De zin van het leven wordt ook in vraag gesteld. ‘Wat heeft het leven nog voor zin als dit ons kan overkomen?’”

Taak 4: opnieuw leren genieten van het leven en herinneringen bewaren

“Een bijzonder moeilijke opdracht. Het is niet voor niets de 4de taak, waaraan er eerst 3 andere voorafgaan. Soms is het te pijnlijk en wil je de herinnering wegduwen. Het feit dat andere mensen vaak al zijn verdergegaan en je kind bij wijze van spreken doodzwijgen, maakt het ook moeilijk.”

“Het verdriet en verlies gaat altijd met je mee, als je schaduw. Op het ene moment zie je je schaduw languit voor je, op het andere moment zie je hem bijna of helemaal niet. En plots duikt hij weer op. Zeg tegen een ouder van een overleden kind daarom nooit iets als ‘je moet hem/haar leren loslaten’. Natúúrlijk moet je je kind niet loslaten, je moet het enkel anders leren vasthouden. In de herinnering in plaats van in de buitenwereld.”

“Tuurlijk moet je je overleden kind niet loslaten, je moet het anders leren vasthouden”

80 % luisteren, 20 % praten

Een verlies overleven en die rouwarbeid verrichten, kan je niet alleen. Je hebt hulp nodig van je omgeving. “Het allerbelangrijkste is: iemand die met warmte en enorm veel geduld naar je luistert. Maar dat is vaak het probleem. Sommigen kúnnen niet luisteren naar verdriet, omdat het hen beangstigt. Mensen die zo’n attente omgeving missen, komen terecht bij professionele hulp”, weet Keirse uit ervaring.

“Ik begeleid mensen door hun verdriet. Ik spreek bewust niet over rouwtherapie, daarmee stigmatiseer je mensen. Eigenlijk moet je 80 % luisteren en 20 % praten. Niet makkelijk. Zelfs psychologen en psychiaters zijn nog altijd te weinig opgeleid om met rouw en verdriet om te gaan. Een op te vullen gat in de geestelijke gezondheidszorg.”

Tips om te helpen bij een rouwproces

Wil je iemand bijstaan die door een (moeilijk) rouwproces gaat? Manu Keirse geeft enkele belangrijke tips.

1.    Dé belangrijkste raad: luister

Laat mensen hun verhaal doen. En durf het verlies ter sprake te brengen. Heel wat mensen denken dat erover praten te pijnlijk is. Maar de ouders van een overleden kind willen de ouders blijven van dat kind. Als je het doodzwijgt, laat je ze in eenzaamheid afrekenen met hun pijn en verdriet.

2.    Zeg niet … maar wel …

Niet weten wat te doen of zeggen, is net wat mensen tegenhoudt om naar een rouwende persoon te gaan. ‘Wat moet ik zeggen?’ Vergeet dat en stel jezelf de vraag: ‘Wat zou die persoon vanuit zijn of haar verdriet aan mij te zeggen hebben?’. Een concrete tip: vraag niet ‘Hoe gaat het met je?’, maar zeg ‘Vertel eens hoe je de voorbije dagen bent doorgekomen?’.

“Vraag niet: ‘Hoe gaat het met je?’. Zeg wel: ‘Vertel eens hoe je de voorbije dagen bent doorgekomen.’”

3.    Help bij de rouwtaken

  • Bij taak 1: geef concrete informatie over wat er gebeurd is. Herhaal die info meerdere keren als dat nodig is. Het is niet omdat je het 1 keer hebt uitgelegd, dat het ook doordringt. De naam van de ziekte geven is niet voldoende. Een dokter moet bereid zijn om elke keer opnieuw alle informatie te geven als mensen daar nood aan hebben. Daar loopt het vaak mis.
  • Laat mensen meerdere keren hun verhaal vertellen. Door het vertellen vallen de puzzelstukjes geleidelijk aan op hun plaats. Help in de confrontatie met de werkelijkheid. En geef de kans om afscheid te nemen, ook meermaals als dat moet.
     
  • Bij taak 2: blijf het onderwerp aanraken. Veel mensen durven dat niet, omdat ze daarmee pijn veroorzaken. Maar daar kan je niet omheen, je moet door die pijn. Geef het gevoel dat de reacties en gevoelens die de rouwende persoon doormaakt normaal gedrag zijn.
  • Met boosheid hebben veel mensen al eens moeite. Maar ook dat is normaal. Als kind was boosheid een veelvoorkomende reactie op pijn. Wat doet een klein kind als het tegen de tafel stoot en zich pijn doet? ‘Stoute tafel!’ en het klopt op de tafel. Vraag om te vertellen wat die persoon zo moeilijk valt, en dan zie je vaak de boosheid meteen zakken.”
     
  • Bij taak 3: blijf luisteren naar het verhaal van mensen. Want wie luistert er na een tijdje nog echt? Wie vraagt er nog naar het verdriet?
     
  • Bij taak 4: zwijg de overleden persoon niet dood! Blijf herinneringen ophalen.