Er zijn oplichters aan het werk die via valse mails en telefoons proberen je gegevens te achterhalen en te misbruiken.
Lees onze tips en laat je niet misleiden door phishing.

Frank Schillewaert, directeur CGG: “Onze geestelijke gezondheidszorg is fout georganiseerd”

"De zorgvraag en het zorgaanbod zijn niet goed op elkaar afgestemd."

Nooit worstelden zoveel mensen met zichzelf, de samenleving, het leven. Ook al kunnen we terugvallen op uitstekende medische hulp en een sociaal vangnet, toch heeft België op het vlak van geestelijke gezondheidszorg nog een lange weg af te leggen. Dat stelt Frank Schillewaert, directeur van het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) Noord-West-Vlaanderen, met vestigingen in Brugge en Oostende. 

De cijfers liegen er niet om. De Vlaamse Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg krijgen jaarlijks ongeveer 50 000 mensen over de vloer. Mensen met (ernstige) psychische en/of psychiatrische problemen. En de lijst lijkt elk jaar langer te worden.

Is het zo slecht gesteld met onze geestelijke gezondheidszorg?

Frank Schillewaert: “Het is dubbel. Net zoals voor de rest van onze gezondheidszorg zitten we vrij goed, als je vergelijkt met andere landen. Maar als je alles objectief bekijkt, vallen er 2 grote problemen op.”

“Ten 1ste ligt het zelfmoordcijfer in ons land heel hoog, zowel wat betreft mislukte als gelukte pogingen. In vergelijking met de ons omringende landen scoren we zeer slecht.”

“Daarnaast is er een grote onvervulde nood: een aanzienlijke hoeveelheid mensen met een duidelijk vast te stellen zorgvraag wordt niet bereikt door de geestelijke gezondheidszorg en krijgt dus geen of geen aangepaste hulp. Omgekeerd zijn er dan weer heel wat mensen met een beperkte zorgnood die (te) veel zorg krijgen. Kortom, de zorgvraag en het zorgaanbod zijn niet goed op elkaar afgestemd.”

Vanwaar die scheeftrekking?

“Het klinkt streng, maar ik durf het wel zo stellig zeggen: onze geestelijke gezondheidszorg is compleet fout georganiseerd. Om te beginnen is ze nog altijd te sterk georiënteerd op ‘bedden’ (ziekenhuisen, instellingen …). Zowat 70 tot 80 % van de middelen gaat naar residentiële zorg.”

“Nochtans zijn alle deskundigen het erover eens dat het model anders moet. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt het voor als een driehoek. De top moet bestaan uit residentiële zorg, de dragende basis uit de zorg die we bieden buiten het ziekenhuis, dicht bij de mens. Die driehoek staat in ons land op zijn kop. We zijn voorzichtig bezig met het omdraaien van de situatie, maar dat gaat helaas niet snel genoeg.”

Weten de mensen eigenlijk bij wie ze terechtkunnen?

“Ook dat is een pijnpunt. Onze geestelijke gezondheidszorg is zo complex, er zijn zoveel verschillende actoren. Er zijn de ziekenhuizen, de revalidatiecentra, Beschut Wonen, drughulpverlening, CGG’s, de private markt … En allemaal hebben ze een verschillende financiering en andere regelgevingen. De mensen zien het bos door de bomen niet meer.”

“Bovendien is het zo dat je de zorg krijgt die schuilt achter de deur waar je aanklopt. Maar je klopt niet altijd aan bij de juiste deur en krijgt dus niet per se de juiste zorg. Dat gebeurt niet of veel minder bij lichamelijke problemen: krijg je een hartstilstand of breek je een been, dan ben je gemiddeld na 12 minuten op de juiste plek voor de juiste zorg.”

2 paar handen houden elkaar vast

“’Onze sector moet mea culpa slaan. We zijn gewoon te ingewikkeld. In principe zou er 1 deur moeten zijn, die je vervolgens naar de juiste kamer leidt. Wij moeten de mensen begeleiden door het bos, met duidelijk paden, zodat ze niet verdwalen.”

Het feit dat er nog altijd een taboe rust op psychische kwetsbaarheid helpt niet.

“Er kleeft inderdaad nog altijd een stigma op. Mensen die psychisch kwetsbaar zijn durven er niet snel over spreken. En tegelijkertijd is onze samenleving nog altijd vrij onverdraagzaam ten opzichte van ‘vreemd’ of afwijkend gedrag.”

“Er zijn gelukkig lichtpunten. Initiatieven die geestelijke gezondheid bespreekbaar maken moeten we verderzetten. Ook bekende Vlamingen of mensen met enig maatschappelijk aanzien die zich outen als psychisch kwetsbaar spelen een belangrijke rol. Er is verandering op til, maar het vraagt tijd.”

Hoe reëel is dat andere probleem, de lange wachttijden?

“Ook dat is niet zwart-wit. Voor ons CGG klopt dat bijvoorbeeld niet. Maar in het algemeen kan je dat probleem niet ontkennen. Alles heeft te maken met de complexiteit van onze geestelijke gezondheidszorg en het feit dat de zorg niet voldoende is afgestemd op de noden. Zoals ik aanhaalde: mensen met een simpele vraag krijgen soms zeer veel zorg, mensen met een complexe vraag weinig of geen.”

“Maar vergeet ook niet … de juiste zorg kost geld. Als je ziet met welke budgetten wij het moeten doen, dan is het duidelijk hoe stiefmoederlijk onze geestelijke gezondheidszorg behandeld wordt. Kijk even over de landsgrenzen en dan merk je hoe onderbedeeld we zijn.”

Meer investeren in eerstelijnszorg, is dat een oplossing?

“Opgelet, de zorg buiten een ziekenhuis is veel meer dan eerstelijnszorg. Een CGG bijvoorbeeld staat op de 2de lijn. Zeer zeker, er moet meer ingezet worden op die eerstelijnszorg. Maar weet wel dat je zo een verhoogde instroom krijgt naar de 2de lijn. Zet je de kraan open, dan moet je ervoor zorgen dat er een emmer klaarstaat om het water op te vangen. Daarvoor moeten we die driehoek omdraaien. En meer financiële middelen krijgen.”

En dat terwijl er bespaard wordt …

“De Vlaamse regering legt besparingen op. Voor de CGG’s is dat ‘maar’ 1,3 %, maar dat betekent voor ons centrum meteen een halftijdse kracht minder. We moeten eerst besparen, zodat er later beter kan worden geïnvesteerd. Op het einde van de legislatuur van de Vlaamse regering zou er volgens minister Beke 12 miljoen euro extra worden geïnvesteerd, maar het is helemaal niet duidelijk of dit ten goede zal komen aan de ambulante geestelijke gezondheidszorg.”

Kijkt u nog hoopvol naar de toekomst?

“Ik mag hopen dat de samenleving globaal wat toleranter wordt ten aanzien van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Ik wil ook een pleidooi houden voor meer bespreekbaarheid. En ik volg daarin ook Dirk De Wachter. Af en toe ongelukkig zijn hoort bij het leven en precies daarin moeten we mekaar ondersteunen. Laat de geestelijke gezondheidszorg zich dan buigen over de ernstige, invaliderende problematiek.”

“Ik dwing mezelf om optimistisch te blijven. De motivatie en inzet van onze medewerkers stemt me positief. Dat blijft de brandstof. Maar mijn boodschap aan onze beleidsmakers is: ‘draag meer zorg voor die brandstof’. Anders raken mensen ontmoedigd en haken ze af.”