Een peuter leg je niet altijd even makkelijk in zijn bedje. Wij geven je alvast tips om je peuter in bed te krijgen.
Bedtijd
Peuters kunnen er soms lang over doen om in slaap te vallen. Ze kunnen zichzelf wakker houden, ook al zijn ze moe. Belangrijk bij de bedtijd is dat die niet volkomen onverwacht komt. Je kind moet zijn spel kunnen afronden. Daarna helpt een vast ritueel om rustig te worden en de slaap gemakkelijk te vinden.
Spel afronden, en nu gaan we slapen
Een eerste stap is aankondigen dat het bijna bedtijd is. Zeg hem dat hij dadelijk moet gaan slapen, help hem zijn spel af te ronden. Schakel eventueel over op rustigere activiteiten als je peuter nog hevig aan het spelen is. Je kan dit doen door samen op te ruimen of even zijn drukke spelletje mee te spelen, maar geleidelijk aan rustige elementen toe te voegen.
Is het moment aangebroken, zeg dan duidelijk en beslist dat het tijd is om te gaan slapen. Spartelt je peuter tegen, is hij heel verdrietig? Probeer dan kordaat maar zonder boos te worden, je kind mee te krijgen. Als je boos wordt kan je kind bedtijd beginnen associëren met iets negatief. Om die reden stuur je beter je kind ook nooit als straf naar bed.
Vast ritueel
Probeer een vast ritueel aan te houden bij het naar bed brengen. Doe de dingen steeds in dezelfde volgorde (aankondigen, spel afronden, badje, pyjama, tanden poetsen, flesje melk, boekje). Dat geeft je kind een vertrouwd en veilig gevoel. Eindig het ritueel met een rustige activiteit. Zing een liedje, lees een boekje voor, praat wat over de dag die voorbij is en wat er morgen gaat komen. Beperk deze tijd (maximum 10 à 15 minuten). Geef je kind even de volledige aandacht. Zo wordt het helemaal rustig en zal het makkelijker afscheid van je kunnen nemen.
Als je kind toch zeurt of extra dingen vraagt, probeer daar dan niet aan toe te geven. Als je toegeeft, beloon je het zeurende gedrag en zal het toenemen. Je kind weet dan hoe het bedtijd kan uitstellen en zal het nog proberen.
Regelmaat
Een ander belangrijk element is regelmaat, niet alleen qua routine, maar ook qua tijdstip. Probeer je kind elke dag rond hetzelfde tijdstip naar bed te brengen. Let daarvoor op de eerste tekenen van vermoeidheid zoals rode oogjes, in het gezichtje wrijven, een fopspeen vragen, in een hoekje kruipen, vragen om een rustige activiteit zoals een boekje lezen of tv kijken, enzovoort. Vaak komen deze tekenen op hetzelfde tijdstip. Het komt erop aan deze tekenen te herkennen en aan te grijpen om het bedtijdritueel te starten.
Deze regelmaat geeft een gevoel van veiligheid en geborgenheid bij je peuter. Lukt het een keertje niet om je aan het vaste tijdstip of het vaste ritueel te houden, leg dan uit aan je peuter waarom het die avond een beetje sneller moet. Bijvoorbeeld omdat je zelf heel moe bent, of omdat nog iets moest doen in het huishouden. Je kan ook beloven dat het de volgende dag zal goedmaken. Zorg dan natuurlijk dat je het de dag nadien niet vergeet.