Iedereen heeft wel eens een mindere dag. Je voelt je moe of gespannen, of je hoofd zit helemaal vol. Maar wat als dat gevoel blijft aanhouden, en je je mentaal niet meer goed voelt? Praat je er dan over met anderen? En wat vertel je wel, en wat liever niet?
Praten over mentale problemen is vaak een moeilijke stap. Er bestaan nog steeds stigma en vooroordelen over mentale gezondheid, zowel in ons persoonlijk leven als op de werkvloer. Marieke Impens en Bep Throgh van The Human Link verkennen hoe het stigma eruitziet, en hoe we er beter mee kunnen omgaan.
Hoe uit stigma over mentaal welzijn zich?
Stigma komt voor uit diepgewortelde overtuigingen en misverstanden. “Er heerst inderdaad nog steeds een stigma over mentale gezondheid”, begint Marieke. “Er bestaan allerlei hardnekkige mythes en associaties, die ervoor zorgen dat we het moeilijk vinden om over mentale gezondheid te praten. Wie aangeeft dat het even minder gaat, bestempelen we sneller als overgevoelig of zwak.”
“We gooien alles snel op één hoop”, gaat ze verder. “Iemand die tijdelijk slecht slaapt, plaatsen we al snel in dezelfde categorie als iemand met een chronisch psychisch probleem. Dat maakt het moeilijk om te nuanceren, en dat wakkert stigma aan.”
In de praktijk betekent dat vaak: zwijgen. Wie zich mentaal niet goed voelt, durft daar moeilijk over praten uit schrik voor onbegrip of negatieve gevolgen. “Maar psychisch lijden is net heel menselijk”, vult Bep aan. “Het zegt niets over je waarde als vriend, partner, ouder of collega. In tegendeel, we kunnen kwetsbaar en veerkrachtig tegelijk zijn. Psychisch lijden overkomt iedereen, ongeacht je leeftijd, achtergrond of karakter.”
"We maken onze eigen interpretaties en trekken conclusies, zonder echt te vragen wat er aan de hand is"
Mensen vinden het vaak lastig om te vragen hoe het écht met iemand gaat. Dat heeft veel te maken met het stigma dat nog steeds rond mentale gezondheid hangt. “Als je iemand goed kent, merk je gedragsveranderingen vrij snel op. Iemand is stiller en meer teruggetrokken, of net prikkelbaarder en luider dan je hem of haar kent. Die dingen wijzen erop dat iemand zich niet goed voelt, maar toch gaan we vaak het gesprek niet aan. We maken onze eigen interpretaties en trekken conclusies, zonder echt te vragen wat er aan de hand is.”
Anderzijds mogen we er niet vanuit gaan dat psychisch lijden altijd zichtbaar is. “Zeker als je in een nieuwe omgeving bent waar mensen je minder goed kennen, zullen mensen je gedragsveranderingen niet herkennen”, zegt Marieke. “En wie er zelf weinig ervaring mee heeft, zal de signalen ook minder kunnen plaatsen.”
Wat is de impact van dat stigma?
"Alleen als jij open bent en aangeeft wat je nodig hebt, kan je de juiste ondersteuning krijgen"
Voor mensen die psychisch lijden, kan stigma zwaar doorwegen. Ze zwijgen vaak over hun gevoel, uit angst voor oordeel of uitsluiting. “Maar wie niets zegt, krijgt ook niet de ondersteuning die nodig is”, weet Bep. “Je zelfvertrouwen daalt, je prestaties lijden eronder en je sociale kring verkleint. Daardoor kom je op de lange termijn terecht in een neerwaartse spiraal.”
Zwijgen uit angst voor het oordeel van anderen versterkt dus het probleem. “Als niemand weet hoe je je voelt, is er geen kans op begrip of hulp. Je partner, vriend of manager kunnen je alleen bijstaan als je zelf aangeeft dat er iets mis is, en dat je hulp of structuur nodig hebt. Alleen als jij open bent en aangeeft wat je nodig hebt, kan je de juiste ondersteuning krijgen.”
Moet je dan altijd open zijn?
Nee, natuurlijk beslis je zelf hoe open je bent. “Maar het helpt wel om die beslissing bewust te nemen”, verduidelijkt Marieke. “Weeg de voordelen en de risico’s met elkaar af voor je de keuze maakt.”
Soms is openheid bevrijdend. Het haalt het gewicht van je schouders, maakt dat je jezelf kan zijn, en vergroot de kans op begrip en hulp. “Maar soms kan terughoudendheid beter aanvoelen. Bijvoorbeeld als je merkt dat je gesprekspartner er zelf geen ruimte voor heeft, of als je voelt dat het delen van je verhaal nu te veel van jezelf vraagt.”, begrijpt Bep.
Er is geen juiste of foute keuze. Probeer daarom de balans te vinden tussen wat jij aankan, wat je nodig hebt, en wat je omgeving aankan.
Hoe breng je het ter sprake?
Marieke en Bep raden aan om authentiek te zijn: “Je hoeft je boodschap niet perfect te verwoorden. Formuleer je vraag of behoefte, ook al zoek je nog naar woorden. Wees vooral eerlijk en geef weer hoe je voelt.”
Probeer daarom:
- Niet te lang te wachten tot het escaleert
- Een moment te kiezen waarop je je veilig voelt
- Te benoemen wat je voelt, en wat je nodig hebt
- Te vragen of je gesprekspartner ruimte en tijd heeft om te luisteren
“Het hoeft niet ingewikkeld of moeilijk te zijn”, benadrukt Bep. “Zeg wat je wil zeggen en wees eerlijk. Dat is de eerste stap naar verbinding.”
Wat als je geen begrip krijgt?
Niet iedereen zal reageren zoals je hoopt. Soms krijg je te maken met onbegrip, ongemak of zelfs afwijzing. Dat kan pijnlijk zijn, maar het hoeft je niet te blokkeren.
“Een slechte ervaring betekent niet dat je nooit meer mag praten”
“Een slechte ervaring betekent niet dat je nooit meer mag praten”, weet Marieke. “Net zoals je na een regenbui niet beslist om nooit meer buiten te komen. Laat één negatieve reactie je niet afschrikken. Vaak reageren mensen beter dan je denkt. En als dat niet zo is, zegt dat vooral iets over hen, of hun situatie.”
“Blijf mild voor jezelf”, voegt ze toe. “Zoek mensen die wél ruimte willen maken, ook al is dat iemand anders dan je eerst dacht. Elk gesprek kan een stap vooruit zijn.”
Wat kan de omgeving doen?
Iedereen kan helpen om een veilige omgeving te creëren. Vrienden, familieleden, collega’s, leidinggevenden: we maken samen het verschil door te luisteren, reageren en zelf kwetsbaarheid te tonen.
Marieke en Bep geven 4 handige tips om mentaal welzijn meer bespreekbaar te maken:
- Vraag regelmatig hoe het écht gaat
- Geef ruimte zonder te forceren
- Respecteer grenzen van wie (nog) niets wil delen
- Deel zelf ook wat je moeilijk vindt. Voorbeeldgedrag opent deuren naar verbinding.
“Mentale gezondheid bespreekbaar maken is belangrijk. Maar hoe, wanneer en met wie je dat doet, dat kies je zelf”, besluit Marieke. “Je hoeft niet alles te delen, maar ook niet alles alleen te dragen.”
“Durf je te spreken, dan zet je een stap naar erkenning en hulp. En voor wie niet weet waar te beginnen: begin klein. Met een zinnetje, een vraag, of een blik van openheid. Het hoeft niet perfect te zijn, het moet gewoon van jou zijn.”