Waar je moet presteren, komt faalangst voor: in het sportteam, de toneelclub en dus ook op school. Bij kinderen van de lagere school zou zelfs 1 op de 10 er last van hebben. Wat is faalangst, hoe herken je het bij je kind en hoe kan jij helpen?
Sara Casalin werkt als kinder- en jongerenpsychologe bij ons ziekenfonds. Samen met juf Evelien Hugo werkte ze eerder ook aan een schoolproject rond geluk, zelfvertrouwen en faalangst.
“Faalangst is eigenlijk de overtuiging dat je iets niet zal kunnen”, begint Sara te vertellen. “Soms zeggen kinderen dat ook letterlijk. Ze gaan ervan uit dat ze zullen mislukken, geven op of blokkeren op het moment dat ze moeten presteren. Op school kan een kind door faalangst slechtere resultaten behalen, maar bij andere kinderen zie je het niet aan de cijfers, terwijl ze er toch aan lijden.”
"Kinderen kunnen soms nog moeilijk op eigen houtje loskomen van hardnekkige negatieve gedachten. Een volwassene kan hen hierbij helpen." Sara Casalin, kinder- en jongerenpsychologe
Groeien in gedachten
“Het karakter van je kind kan een rol spelen”, gaat de psychologe verder. “Zo kan het ene kind van nature angstiger of meer perfectionistisch ingesteld zijn dan het andere. Ook gebeurtenissen, bijvoorbeeld waarbij iets niet lukt, kunnen een negatieve spiraal op gang brengen met faalangst tot gevolg. Daarbij komt dat de samenleving en ook de schoolomgeving vaak gericht is op prestaties en helaas minder op omgaan met emoties en negatieve gedachten.”
Maar hoe reageer je nu best als ouder wanneer je merkt dat je kind faalangst heeft? “Probeer het niet kleiner te maken door te zeggen ‘je mag zo niet denken’ of ‘je moet niet overdrijven’. Maar erken dat het lastig is. Kinderen kunnen zich niet altijd over die hardnekkige gedachten zetten. Daar zijn vaardigheden voor nodig die nog volop in ontwikkeling zijn. Je zegt beter: ‘je kan het nóg niet, hoe kunnen we eraan werken?’ Want zo buig je negatieve gedachten om in positieve en stimuleer je een mentaliteit van ‘groei’. Leg ook voor jezelf als ouder de lat niet te hoog”, stipt Sara aan. “Zonder dat je het wil, geef je dat mee aan je kind.”
Jaap de aap
Met het project ‘Het geluksparcours met Jaap de aap’ in basisschool De Grasspriet in Mere werkte de psychologe samen met juf Evelien een heel schooljaar op een speelse manier aan de sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen. Ze leerden er kinderen om stil te staan bij gevoelens van zichzelf en anderen, te reageren met medeleven en negatieve gedachten om te buigen door positief te denken. “Maar dit vraagt tijd en geduld: veel oefenen en herhalen. Bij sommige kinderen die echt vastzitten, is verdere hulp door het CLB of een psycholoog nodig. Voor mij als psycholoog was dit een leerrijk project. Een leerkracht kan al veel doen, maar als meer scholen ook in hun beleid aandacht hebben voor faalangst en zelfvertrouwen, geraken we nog veel verder.”
Ook juf Evelien is heel enthousiast over het project: “Ik kon de kinderen echt inspireren met verhalen over ervaringen uit mijn eigen kindertijd, hoe ik de dingen soms anders had kunnen aanpakken en hoe ik daar nu op terugkijk. Het helpt als je jezelf kwetsbaar opstelt. Zo toon je dat kinderen ook fouten mogen maken.”
Eerste hulp bij faalangst, 4 tips van Sara:
- Maak tijd voor je kind: vraag wat er gebeurd is en hoe dat voelde.
- Zeg niet ‘het zal wel overgaan’ maar neem je kind serieus. Accepteer hun gevoel.
- Stimuleer een mentaliteit van groei bij je kind door te zeggen ‘je moet het niet nú al kunnen’.
- Leer je kind positief denken, zo zal het zich ook beter voelen.
foto's: James Arthur