Herken jij signalen van een mentale dip bij een vriend(in) of collega? Gelukkig kan jouw luisterend oor een positief verschil maken! Maar hoe pak je dat aan? Begin je zelf een gesprek? Wat zeg je dan wel, en wat zeker niet? Met deze 9 tips in het achterhoofd luister jij binnenkort als een pro!
- Ga het gesprek aan. Ga er niet van uit dat de signalen die je opvangt vanzelf zullen verdwijnen. Het is normaal dat je wat aarzelt om mentale moeilijkheden ter sprake te brengen. Het is een delicaat onderwerp. Grabbel toch je moed bij elkaar en stap op de persoon af. ‘Hoe gaat het met je?’ lijkt simpel, maar dat is een uitstekende start.
- Zorg dat je de nodige privacy en tijd hebt om te praten. Begin het gesprek niet langs je neus weg aan de koffiemachine op het werk of bij de kassa in de supermarkt.
- Zeg dat je je zorgen maakt. Gebruik daarvoor ik-zinnen. Zeg bijvoorbeeld ‘Ik ben bezorgd’ en niet ‘Je maakt mij bezorgd’. Zo zorg je ervoor dat de ander zich niet schuldig gaat voelen.
- Stel open vragen. Vragen die je niet met ja of neen kan beantwoorden, klinken als een uitnodiging aan de ander om zijn verhaal doen. Vraag dus niet: ‘Gaat alles goed?’, maar wel ‘Hoe gaat het met je?’.
- Blijf rustig. Word je verdrietig of boos van dingen die je vriend(in) of collega zegt? Probeer toch kalm te blijven luisteren. Als jij emotioneel reageert, kan je gesprekspartner het gevoel krijgen niet bij jou terecht te kunnen met problemen.
- Luister! Klinkt vanzelfsprekend, maar het is erg moeilijk. Probeer niet te veel over jezelf te vertellen. Onderbreek het verhaal ook niet, zelfs niet wanneer er een stilte valt. Wat je wel kan doen, is af en toe ‘hmm’ zeggen of kort samenvatten wat je net hoorde. Dan is het duidelijk dat je oprecht luistert naar wat je vriend(in) of familielid zegt.
- Erken de gevoelens. Misschien lijkt wat de persoon denkt nogal overdreven, maar wat die voelt is echt voor deze person.
- Beperk advies. Je kan wel helpen zoeken naar oplossingen. Zo kan je bijvoorbeeld vragen wie of wat de persoon eerder al heeft kunnen helpen in moeilijke periodes. Of erop wijzen dat professionele hulp altijd mogelijk is.
- Bied praktische hulp aan. Maak bijvoorbeeld eens eten of zoek iets administratief voor hen uit. Je hoeft daar ook niet te ver in te gaan. Het is belangrijk dat de persoon zelf zoveel mogelijk de controle over zijn of haar situatie behoudt.
Blijf contact houden
Misschien wil je kennis of vriend(in) niet meteen praten. Dat is helemaal ok. Je kan aangeven dat die later ook nog bij jou terechtkan. Vraag regelmatig hoe het ermee gaat en blijf gewoon contact houden zoals anders. Je kan ondertussen over andere onderwerpen praten of samen iets leuk of ontspannend doen. Ook zo ben jij er voor je vriend(in), collega of familielid!