Bewegen als je diabetes type 2 hebt? Dat kan zeker! Het is zelfs goed om voldoende beweging te combineren met de juiste voeding en eventuele medicatie. Weet je niet goed hoe je aan het sporten moet beginnen? Of hoe je het moet volhouden? Met deze tips en wat beweegadvies ga je makkelijker aan de slag.
Om voldoende te bewegen, hoef je je heus niet te spiegelen aan een topsporter. Elke keer dat je beweegt, elke stap telt.
Beweegwijzer: vind de sport die bij jou past
Een gouden raad en stap nummer 1: kies een sport die je leuk vindt. Dan wordt bewegen ook een prettig moment. Iets waaraan je graag begint en wat je makkelijker volhoudt. Raadpleeg de Beweegwijzer om te ontdekken welke sport het best bij jou past.
Bewegen met diabetes: let’s go!
Vulde je de Beweegwijzer in? Top! Dan weet je welke sporten het beste bij jou passen. Klaar om te beginnen? Met handige tips en tricks zetten we je op weg. Wedden dat je het volhoudt?
1. Wees trots op jezelf
Geef jezelf een schouderklopje. Je hebt de motivatie gevonden om meer te bewegen. Elk begin is moeilijk, maar je hebt alvast de juist instelling. Onthoud: je doet het voor jezelf en je gezondheid. Stap voor stap, dag per dag.
2. Maak een beweegplan
Bereid je voor op je sportinspanning en stel een beweegplan op. Probeer om er niet meteen zo hard mogelijk tegenaan te gaan, maar bouw rustig op. Het is normaal dat het in het begin niet altijd (even) vlot loopt.
- Plan je sportmoment in. Tijd is vaak de grootste struikblok. Wanneer kan je beweging plannen, hoe vaak, hoe lang? Wanneer kan je een halfuurtje vrijmaken in je agenda? Sport je liever ’s ochtends, tijdens je middagpauze, meteen na het werk, tijdens een actief woon-werk-traject of ’s avonds? Probeer uit wat voor jou goed werkt! En verwerk je training dan echt in je dagroutine. Zet het dus als een vast moment in je agenda, zoals je daarin andere afspraken noteert.
- Plan ook rust in. Het is aangeraden om 3 keer per week te bewegen en maximaal 2 dagen tussen sportmomenten te laten. Start met 1 à 2 sportmomenten per week. Lukt dit goed om vol te houden, dan kan je verder opbouwen en je sessies spreiden doorheen de week. Zo geniet je maximaal van het gunstige effect op je bloedsuikerspiegel!
“Stel een beweegplan op en ga er niet meteen zo hard mogelijk tegenaan”
- Stel een realistisch doel. Wat wil je kunnen bereiken en op welke termijn? Je hoeft geen wereldrecords te verbreken. Begin klein en kijk wat haalbaar is. Denk aan Start to run om 5 kilometer te lopen in 3 maanden, 500 meter aan 1 stuk kunnen zwemmen of een reeks yogalessen volgen. Maar het kan evengoed een fijne fietstocht of mooie wandeling naar een bepaalde plek zijn. Jezelf een doel stellen, werkt extra motiverend! Je kan achteraf met trots terugkijken naar je parcours en jezelf belonen!
- Kijk met wie je eventueel samen kan sporten. Het is altijd fijner om een training met een buddy of in groep af te werken. Het is motiverender en vooral gezelliger.
- Vind een plek om je sport te beoefenen. Kijk waar je terecht kan voor jouw sport. Check eventueel het sportaanbod van je gemeente of het beweegaanbod van Solidaris en onze partners.
- Ga je drempels na. Eens je ze kent, is het makkelijker om ze te overwinnen. Wat kan jou tegenhouden om te gaan sporten? Baart je suikerspiegel je zorgen? Ben je niet zeker hoe intensief je mag bewegen? Voel je je niet fit genoeg? Leer je lichaam kennen, doseer en bouw rustig op. Denk eerst na over je drempels, en daarna ook over oplossingen die je erover heen helpen!
3. Kies de juiste outfit
Om goed in je vel te zitten, kan een fijne outfit al eens helpen. Trakteer jezelf op een nieuwe of trendy sportuitrusting. Kies natuurlijk voor materiaal waarin je je goed voelt en waarmee je makkelijk kan bewegen.
Let er ook op dat je gaat voor het juiste en kwalitatieve sportgerief, zoals goede sportschoenen. Zo vermijd je blessures – mensen met diabetes zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor wondjes aan de voeten. Tip: Kijk je voeten extra na, na het sporten.
“Kies het juiste en kwalitatieve sportgerief, zoals goede sportschoenen. Zo vermijd je blessures”
Ben je van plan om buiten te bewegen? Dan is het de moeite om te investeren in goede regenkledij. Zo kunnen regen en wind je beweegplannen minder dwarsbomen. Wist je dat er vaak extra zuurstof is buiten als het regent, en sporten dan net makkelijker gaat? Zeker proberen!
4. Schakel een coach in
Heb je een extra duwtje in de rug nodig? Dan kan je ook de hulp inschakelen van een professionele coach. Denk aan een Bewegen op verwijzing-coach: je doet een beroep op een beweegcoach die samen met jou zoekt naar simpele manieren om meer te bewegen, die met jou een beweegplan opstelt en jou blijft aanmoedigen. Je hoeft zelf maar een deel van de kosten te betalen. Bovendien kent de coach het beweeg-aanbod in je buurt en kan hij je sporten uit de Beweegwijzer helpen omzetten in concrete plannen!
5. Probeer uit en wissel af
Wissel gerust af tussen verschillende manieren van bewegen. Probeer wat uit en zorg voor variatie, dan wordt je sporten minder snel beu. Niemand zegt dat je altijd dezelfde sport moet doen, toch? De Beweegwijzer zorgt alvast voor inspiratie!
6. Vergelijk jezelf niet met anderen
Kijk enkel naar jezelf. Je spiegelen aan anderen leidt tot niets. Elk lichaam is anders, elke situatie is anders. Focus op jezelf en jouw eigen vooruitgang.
7. Houd je vooruitgang bij
Meten is weten. Schrijf je prestaties op of gebruik een activiteitentracker. Als je ziet hoeveel vooruitgang je al hebt gemaakt, zal dat je motiveren om te blijven doorgaan.
“Schrijf je prestaties op of gebruik een activiteitentracker om te zien hoeveel vooruitgang je maakt, dat werkt motiverend”
8. Beloon jezelf
Heb je een week goed bewogen en gesport volgens je schema? Top! Dat verdient applaus. Durf jezelf te belonen met een avondje uit, een saunabezoekje of iets wat je leuk vindt. Maar niet met een ongezonde snack of fastfood natuurlijk.